Solidair met een (on)bekende gevangene
Campagnes brengen Mandela voor het voetlicht
In de jaren vijftig van de vorige eeuw maakten weinig Nederlanders zich druk over de toestand in Zuid-Afrika. In 1960 richtte een kleine groep, waaronder dominee Buskes en Karel Roskam, het eerste permanente Nederlandse comité tegen de Zuid-Afrikaanse apartheidspolitiek op: het Comité Zuid-Afrika (CZA).
Het ANC werd in 1960 verboden en ging ondergronds. Nelson Mandela werd bekend als de 'Zwarte Pimpernel' tot hij in 1962 wordt gearresteerd, gevangen gezet en veroordeeld. Aanklacht: het organiseren van een staking en het 'zonder paspoort verlaten van het land'. In mei 1963 werd in Zuid-Afrika verscherpte anti-sabotage-wetgeving aangenomen. De politie kreeg de mogelijkheid iemand zonder aanklacht steeds opnieuw 90 dagen in eenzame opsluiting te houden. CZA en Stucoza (het Studentencomité Zuid-Afrika) kwamen tegen de nieuwe apartheidswet in het geweer. Een keurige delegatie trok naar de Zuid-Afrikaanse ambassade in Den Haag en mocht aan de achterdeur een protest afgeven.
Rivoniaproces
Twee maanden later werden veel andere ANC-kopstukken opgepakt. Ook Nelson Mandela stond in het daarop volgende 'Rivonia-proces' weer terecht. Op 12 juni 1964 viel het vonnis: Mandela en zijn meeste medebeklaagden kregen levenslang. CZA en Stucoza verzamelden duizenden handtekeningen. Maar nu werd er ook gedemonstreerd, en gevels en etalages werden met leuzen beklad. In boekjes over apartheid en over Mandela die in de jaren daarna werden uitgebracht, was er telkens veel aandacht voor zijn procesrede: I am prepared to die.
Het CZA maakte eind 1971 plaats voor de radicalere Anti-Apartheidsbeweging (AABN), die zich, net als de in kerkelijke kring werkzame Werkgroep Kairos, actief ging richten op het lot van de politieke gevangenen. Bij demonstraties en picketlines prijkte Mandela's naam vaak boven aan de lijst van gevangenen. De beweging tegen de apartheid kwam pas goed op gang na het bloedbad in Soweto. Daar sloeg de apartheidspolitie op 16 juni 1976 een protestbetoging neer tegen de verplichte invoering van het Afrikaans in het onderwijs.
In juli 1978 werd Nelson Mandela op Robbeneiland zestig jaar. Ook in Nederland werd dit aangegrepen om aandacht te vragen voor de apartheid in Zuid-Afrika. De anti-apartheidsorganisaties verspreidden de Engelse brochure The struggle is my life, met daarin onder meer weer Mandela's complete procesrede.
Nieuwe impuls uit Zuid-Afrika
In Zuid-Afrika zelf startte in 1980 een nieuwe campagne voor Mandela's vrijlating. De zwarte krant Sunday Post begon met een handtekeningenactie. Het ANC, dat steeds had gesproken van 'Mandela en andere politieke gevangenen', ging nu geleidelijk over tot een campagne voor Mandela alléén.
De AABN startte samen met Kairos een geheel op Mandela gerichte handtekeningenactie; een brede campagne met 'zwijgmarsen', aktieweekend, Mandela-tentoonstelling en nog veel meer. Meer dan 56.000 Nederlanders zetten hun handtekening. In 1983 was Kairos actief rond de 65e verjaardag van Mandela. Deze was inmiddels van Robbeneiland overgebracht naar de gevangenis van Pollsmoor. De groep richtte zich met verzoeken om te protesteren tot het Europese Parlement en de Europese ministerraad, en tot burgemeester Van Thijn van Amsterdam.
Verzet groeit
Midden jaren tachtig kwam de apartheid in Nederland flink in de schijnwerpers, steeds vooral door ontwikkelingen in Zuid-Afrika zelf. De repressie nam toe en het binnenlands verzet tegen de apartheid groeide.
In Nederland zorgden de verschillende anti-apartheidsgroepen ervoor dat een steeds groter pubiek de naam van Mandela leerde kennen. Het hoogtepunt kwam op 11 juni 1988, toen 50.000 mensen in Amsterdam tegen de apartheid demonstreerden. Maar liefst 150.000 mensen reageerden dat jaar op een oproep om de jarige Mandela een groet te sturen. Op dezelfde dag werd in Londen Nelson Mandela's zeventigste verjaardag gevierd met een door meer dan een miljard tv-kijkers in de hele wereld gevolgd 'Free Mandela' popconcert. Ter gelegenheid van de grote Amsterdamse conferentie over Culture in Another South Africa (CASA) had de AABN in 1987 een affiche uitgebracht waarop president Botha nogal hardhandig in Mandela wordt veranderd. Ook verscheen een compositietekening van de grote onbekende Mandela zoals hij er op dat moment uit zou zien, gebaseerd op oude foto's en getuigenissen van mensen die hem de laatste jaren hadden mogen bezoeken.
Vrijlating
Inmiddels voerde 'gevangene nummer 1' onderhandelingen over de voorwaarden waaronder hij wilde worden vrijgelaten. In Nederland werd, als in andere landen, alvast een Welkom Mandela Comité opgericht.
Op 11 februari 1990 was het zover en liep Mandela, hand in hand met zijn vrouw Winnie, als vrij man de gevangenispoort uit. Op 16 juni 1990 was Mandela voor het eerst in Nederland. Anti-apartheid-Nederland moest zijn held inmiddels delen met de regering, de koningin, de partijraad van de PvdA, en heel wat belangrijke Nederlanders die nu graag in het gezelschap van Mandela gezien werden. Het riep bij veel organisaties en anti-apartheidsgroepen gemengde gevoelens op.
Door met acties
Mandela was dan wel vrij, maar had als tweederangsburger nog steeds geen stemrecht. De apartheid was nog niet opgeheven, en dus bleven de solidariteitsorganisaties zich inzetten, voor economische druk op het apartheidsbewind, en voor Mandela en zijn medestanders. Een hoogtepunt in die vroege jaren negentig vormde de fondsenwervingsactie 'Geef Zuid-Afrika een eerlijke kans'. Mandela kwam zelf naar Nederland en verscheen in een avondvullend tv-programma, vlak voor de verkiezingen in 1994 die hem het presidentschap van het nieuwe democratische Zuid-Afrika bezorgden.
Het uitgebreide verhaal over de geschiedenis van de Nederlandse solidariteitsacties voor Nelson Mandela is hieronder te downloaden als pdf (2 Mb).