Een legertje samengesteld door de West Indische Compagnie (WIC) landde op deze dag op de West-Afrikaanse kust met de bedoeling de Portugese handelspost Fort Elmina te veroveren. 150 lokale soldaten vochten mee met het het WIC-leger. Deze Sabu/WIC krijgers kenmerkten zich door oranje kledingaccenten. Ook in de Portugese verdedigingslinie van Elmina waren Afrikanen te vinden, gewapend met machetes. Zij hakten in op de uitgeputte WIC-ers: 375 soldaten, 66 mariniers en verschillende Sabu werden gedood. Volgens Nederlandse ooggetuigen had het dodental nog veel groter kunnen zijn als de verdedigers van Elmina niet zo veel tijd besteed hadden aan het 'prepareren' van hun slachtoffers. De overwinnaars hadden hun oog laten vallen op de kleren van de overwonnenen. Die moesten zich in het vooruitzicht van hun onthoofding helemaal uitkleden, omdat de beulen hun kostbare kleren onbevlekt wilden ontvangen. Aangezien hier al met al flink wat tijd in ging zitten, zagen veel slachtoffers-in-spe kans het slagveld ontvluchten. Een tweede poging van de WIC had meer succes: Elmina kwam ruim een maand later in Nederlandse handen.
Uit Mark Meuwese, Brothers in Arms, Partners in Trade. Dutch-Indigenous Alliances in the Atlantic World, 1595-1674 (2012) 293-294