9 augustus 1828
Signatuur:
NEHA Bijz Col 632
Plantage Klein-Pouderoyen was, ook nadat het in 1814 op Brits grondgebied in Guyana was komen te liggen, in Nederlandse handen. Slaven uit Afrika verbouwden er hoofdzakelijk koffie. Toen de Britten in 1807 de slavenhandel verboden, werd de arbeidskracht van de slaven zelf ook een lucratieve business. Klein Pouderoyen verhuurde dus slaven aan naburige plantages, zoals 'Nouvelle Flandres'. Op 9 augustus 1828 bracht dit 6 gulden op. De opbrengsten van slavenverhuur over de periode 1824-1831 bedroegen in totaal 16.000 gulden. Dit is geregistreerd in het grootboek van Klein-Pouderoyen, in de 'Bijzondere Collecties' van het NEHA.