In een regenachtig Leeuwarden, bij de Fryske Akademy, begon donderdagmiddag 5 juni het jaarlijkse Posthumuscongres - de bijeenkomst van en voor de Vlaams-Nederlandse sociaal-economisch-historische gemeenschap. Directeur Hanno Brand trapte af met een welkomstwoord waarin hij zowel het verleden als de toekomstplannen van de Akademy uiteenzette.
Het congres werd geopend met een key-note van JW Veluwekamp (Universiteit Groningen), die aan de hand van de resultaten van zijn onderzoeksprogramma rond de digitaal verwerkte Sont-tolregisters en de Baltische handel inging op de wijze waarop deze nieuwe databestanden kunnen bijdragen aan grote historische debatten rond uiteenlopende economische ontwikkeling, ongelijkheid, en goederenhandel, havensteden en handelsgemeenschappen. Het programma was verder grotendeels gewijd aan de presentaties en besprekingen van het onderzoek van de promovendi van de Posthumus-onderzoeksschool. Een aantal onderzoekssessies bood ruimte voor de presentatie en bediscussiëren van grotere, nieuwe onderzoeksprojecten, zoals het Vidi-project naar koloniale connecties in de ontwikkeling van huishoudarbeid van Elise van Nederveen Meerkerk en het 'Fighting Monopolies'-project (Vidi en ERC) van Catia Antunes.
Een interessant en belangrijk debat vond plaats in de ronde tafel bijeenkomst over de pre-industriële economie van de Lage Landen in wereldhistorisch perspectief. De discussie leek zowel te gaan over de toekomst van de Nederlandse sociaal-economische global geschiedschrijving als het vraagstuk van het vaak geclaimde unieke karakter van de vroegmoderne Nederlandse economische ontwikkeling in wereldwijd vergelijkend perspectief. De bijdragen van de vijf deelnemers (Peer Vries, Eric Vanhaute, Jan Luiten van Zanden, Michael Limberger en Jos Gommans) leidden tot interessante inzichten en stellingen.
Matthias van Rossum