Hendrik (Henri) de Man (1885 – 1953) was de leider van de Belgische Werkers Partij (BWP) in het interbellum en een vooraanstaand socialistisch theoreticus. Zijn Plan van de Arbeid of Plan De Man, bedoeld om een eind te maken aan de werkloosheid (1933), is een vroeg voorbeeld van plansocialisme.
Hendrik de Man's 'Manifest' aan de leden van de Belgische Werkers Partij verwelkomde de Duitse bezetting in juni 1940: 'Voor de werkende klassen en voor het socialisme is de ineenstorting van een vermolmde wereld geenszins een ramp, eerder een bevrijding.' Terwijl de Belgische ministers het land uit vluchtten en een regering-in-ballingschap oprichtten, trad De Man de facto op als premier van België onder de nazi's. Met goedkeuring van de bezetter richtte hij mede de Unie van Hand- en Geestesarbeiders (1941) op, een eenheidsvakbond. Een jaar na de bezetting verliet De Man zijn land. Hij leefde in Frankrijk en Zwitserland. Na de oorlog werd hij bij verstek wegens collaboratie veroordeeld.
De Mans archief op het IISG, waaronder zijn manifest aan de BWP en de discussie daarover en over zijn Plan, staan nu allemaal on line. Het archief is gedigitaliseerd in het kader van het Metamorfoze Programma voor het behoud van papieren erfgoed.
Jan Willem Stutje, research fellow van het IISG, bereidt een biografie van De Man voor.