De commissie Depla presenteerde op 20 juni 2017 een rapport over de oorzaken van de historische verkiezingsnederlaag van de PvdA bij de Tweede Kamerverkiezingen van 15 maart 2017. De partij verloor toen maar lieftst 29 zetels. De conclusie die Depla op 20 juni in Dagblad Trouw trekt is: "De PvdA moet de komende jaren veranderen van een klassieke bestuurderspartij in een brede volksbeweging die naast en met de mensen opkomt voor ieders bestaanszekerheid."
Rapporten toegankelijk via het IISG.
Het is niet de eerste keer dat de PvdA na een verkiezingsnederlaag aan zelfonderzoek doet en daar conclusies aan verbindt. Hoe dat vroeger ging en wat toen de conclusies waren is na te lezen in het archief van de PvdA, dat is ondergebracht bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. De vele aanbevelingen en rapporten over de dilemma’s waar de partij sinds 1986 mee heeft geworsteld, zijn voor een breed publiek toegankelijk via onze website. Onderaan dit artikel staat een selectie van doorzoekbare pdf’s op de website. In de catalogus kunt u het archief van de partij bekijken. Hieronder een korte schets van het zelfonderzoek van de partij in de recente geschiedenis.
Zelfreflectie
De Partij van de Arbeid is sinds haar oprichting in 1946 een constante en toonaangevende factor in de Nederlandse politiek. Ondanks het consequent hoge aantal zetels tot aan de verkiezingen van 2002 (tabel 1), met dipjes in 1967 en 1994, kent de partij een traditie van kritisch zelfonderzoek naar haar eigen functioneren, de partijcultuur en de relatie met haar kiezers. Deze traditie werd grotendeels ingegeven door de internationale doorbraak van het neoliberalisme, zoals uitgedragen door Margaret Thatcher en Ronald Reagan. Deze viel samen met de lange economische recessie van de jaren tachtig. Binnen de PvdA zorgde dit onder meer voor discussies over de hervorming van verzorgingsstaat (‘Bewogen Beweging’, 1988).
Van het afschudden van ideologische veren tot het opvegen van scherven
Op 11 december 1995 nam de toenmalige partijleider Wim Kok afstand van de ‘radicale dogma’s’, tijdens diens Den Uyl-lezing in de Rode Hoed. Dat ‘afschudden van de ideologische veren’ deed de partij op korte termijn geen kwaad, althans als we op de verkiezingsoverwinning in 1998 afgaan, maar werd lang niet door iedereen gesteund. Was de PvdA niet te veel een beleidspartij geworden in plaats van een ideeënpartij?
Dat vormde de aanleiding tot nieuw zelfonderzoek, zeker na de opkomst van Fortuyn en de forse verkiezingsnederlaag in mei 2002. Het opkomend populisme, eerst Fortuyn en later Wilders, bleek een directe politieke concurrent. Het verklaart (mede) de verkiezingsnederlaag op 22 november 2006, toen de partij op 33 zetels uitkwam. En dat terwijl de partij in maart dat jaar in de peilingen nog op 61 stond. Ook die tegenvaller leidde tot een commissie, voorgezeten door toenmalig partijvoorzitter Ruud Vreeman (‘De Scherven Opgeveegd’).
Jaar | Titel | Auteurs | Pagina’s | Aanleiding |
1987 | Schuivende panelen (+discussiehandleiding) | Pronk | 195 | ‘Overwinningsnederlaag’ 1986 |
1987 | Politiek à la carte | Middel | 19 | Bureaucratische Bestuursstructuur |
1988 | Bewogen beweging | Kok en Sint | 120 | Veranderde houding tov de verzorgingsstaat |
1991 | Een partij om te kiezen (+discussiehandleiding) | Van Kemenade | 153 | Kritiek op de partijcultuur |
2002 | De Kaasstolp aan diggelen | De Boer | 45 | Verkiezingsnederlaag 15 mei 2002 |
2002/09 | Onder een gesloten dak groeit geen gras | Andersson | 39 | Verkiezingsnederlaag 15 mei 2002 |
2007 | De scherven opgeveegd | Vreeman | 47 | |
2009/07 | Brief van de werkgroep Dijksma | Dijksma | 6 | Tegenvallende Europese verkiezingen |
Tabel: Rapporten over het functioneren van de PvdA sinds 1986
Wat is er hierover te vinden in de collectie van het IISG?
Archief PVDA, inventarisnummers 1454-1461 en 1464-1468
Archief PvdA
Beeldmateriaal partijleiders // Nationaal Archief/Spaarnestad - WikiCommons licentie CC-3.0 // Rijksoverheid CC-1.0 // PvdA CC-2.0 // Jos van Zetten CC-2.0 //