Tijdens de bezetting namen de Duitsers het archief van de Sozialistische Monatshefte, dat sinds 1939 in het bezit van het IISG was, in beslag en transporteerden het oostwaarts. Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog viel het in handen van het Rode Leger en het belandde ten slotte in Moskou, waar het decennialang op een geheime plaats bewaard werd.
In 2002 restitueerde de Russische Federatie 22 collecties, waaronder dit archief, aan hun oorspronkelijke Nederlandse eigenaren. Zie Russia: Archives and Restitution. Het Monatshefte-archief is nu volledig geordend.
Briefkaart van Kurt Eisner, inventarisnummer 29
Een enorme hoeveelheid correspondentie over het revisionisme-debat is daarmee toegankelijk geworden, want de Sozialistische Monatshefte (1897-1933) fungeerden als platform voor de revisionistische vleugel van de Duitse sociaal-democratische partij SPD. Maar het blad verwelkomde ook andere gezichtspunten. Bijdragen van anarchisten en linkse zionisten verschenen ook in het maandblad. De uitgever Joseph Bloch (1871-1936) voerde de correspondentie vrijwel in zijn eentje.
Een uitvoerige ‘Rundschau’ wierp licht op de stand van de socialistische beweging, economische, politieke, seksuele en culturele ontwikkelingen overal ter wereld. Ook waren er literaire bijdragen uit het buitenland, bijvoorbeeld fragmenten uit Multatuli’s Vorstenschool, in het Duits vertaald door Dirk Troelstra.
Briefkaart van Hermann Hesse, inventarisnummer 82
Het uitgeven van zo’n blad bracht een uitgebreide correspondentie met allerlei kringen met zich mee. Behalve voor de hand liggende correspondenten als de Kautsky’s, Bernsteins en Adlers springen de volgende namen in het oog: Kurt Eisner, Hermann Hesse, Herman Heijermans, Morris Hillquit, Georg Hirschfeld, Magnus Hirschfeld (Wissenschaftlich-Humanitäres Komitee), Heinrich Mann, Thomas Mann, George Bernard Shaw, Philip Snowden, Bertha von Suttner, Filippo Turati, Manuel Ugarte and Miguel de Unanumo.
Een restje van het archief is in 1945 achtergebleven in Duitsland en is nu in het Bundesarchiv. Daaronder een ordner correspondentie met ‘zeer belangrijke personen'. Het is de bedoeling dat deze ordners uiteindelijk aan het hoofdarchief worden toegevoegd.
Een complete editie van de Monatshefte is te vinden op de website van de Friedrich Ebertstiftung.