De Stichting Het Parool, uitgeefster van dagblad Het Parool, heeft op 26 november 2003 haar archief overgedragen aan het IISG. De glorietijd van Het Parool, de krant die in februari 1941 het licht zag en die nog steeds associaties oproept met verzet en vrijheid, is vastgelegd in Het Parool-archief, dat de periode 1945 tot 1981 omvat.
De Stichting Het Parool brengt vanaf haar oprichting in september 1944 tot op heden haar doelstelling in praktijk: 'de openbare mening....te beïnvloeden in den geest van de denkbeelden, die zijn voorgedragen in het illegale blad Het Parool...door het uitgeven en/of doen uitgeven van geschriften'. Die 'geest van de denkbeelden' was in elk geval progressief, maar stond los van de al vòòr de oorlog bestaande links-progressieve stromingen in Nederland. Het Parool propageerde na de bevrijding vooral vernieuwing van de maatschappelijke verhoudingen en het aankweken van burgerzin als voorwaarde voor democratie.
Toch werd de krant niet een huisorgaan van de Nederlandse Volksbeweging of de Partij van de Arbeid, die deze zelfde ideeën uitdroegen en waarmee verschillende redacteuren ook persoonlijke bindingen hadden. De enorme populariteit van Het Parool in de begintijd was vermoedelijk niet eens aan haar politieke boodschap of nieuwsgaring te danken. De lezers kwamen vooral af op drie vaste rubrieken, waarin overigens evenzeer de thema's vrijheid, gelijkheid en democratie te herkennen zijn.
De stripheld Kapitein Rob startte in december 1945 zijn avonturen op het zeilschip De Vrijheid. Henri Knap verzorgde sinds april 1947 het Amsterdams Dagboek, waarin Amsterdammers van allerlei pluimage een stem kregen. Annie M.G. Schmidt behoorde tot de eerste medewerkers van de krant en in 1946 begonnen Simon Carmiggelt's Kronkels te verschijnen. Ook de vrouwen- en kinderrubriek van Wim Hora Adema was geliefd.
De oud-redacteuren roemden het familiegevoel en de kameraadschappelijke sfeer in de jaren vijftig en zestig. Woeste feesten, liefdesrelaties en een onbekommerd gebruik van gedestilleerd hoorden daarbij. De leden van de familie kregen een karig salaris en lagen nogal eens overhoop met hun directie. Dit alles heeft zijn papieren neerslag gekregen in het archief van de Stichting Het Parool.
Het archief van de redactie zelf overigens is vrijwel zeker verloren gegaan. Het stichtings-archief laat goed de permanente worsteling om het voortbestaan van de krant zien.
Bijzonder in het archief van de Stichting is dat de stukken van de achtereenvolgende geschiedschrijvers van Het Parool er ook in opgenomen zijn. De rij begon in 1948 met een gestrande poging van Gerard van het Reve en eindigde voorlopig in de jaren negentig met Gerard Mulder en Paul Koedijk.
Verder bevat het archief uiteraard de vergaderstukken van bestuur en curatorium, personeelsdossiers en financiële stukken, correspondentie van directie met redacteuren en medewerkers, bedrijfsanalyses, documentatie over lezersonderzoeken en over verschillende affaires, zoals 'Het Parool te links' (1966) of 'Het Parool te rechts' (1968-1969). De omvang van het archief bedraagt 28 meter. Het is beperkt toegankelijk.
Meer lezen
- Lambiek Berends, Het Parool 1940-1990. Amsterdam 1990
- Madelon de Keizer, Het Parool 1940-1945: verzetsblad in oorlogstijd. Amsterdam 1991.
- Gerard Mulder en Paul Koedijk, Léés die krant! Geschiedenis van het naoorlogse Parool 1945-1970. Amsterdam 1996.
- Archief en documentatie van Het Parool 1940-1945 bij het NIOD
Tekst: Margreet Schrevel