De Communistische Partij van Maleisië (CPM) vocht na de tweede wereldoorlog eerst tegen het Britse koloniale en daarna tegen het Maleisische regime. De CPM werd in Maleisië gedragen door de etnische Chinezen. Het Maleisische Nationale Bevrijdingsleger was de gewapende arm van de CPM. Het Bevrijdingsleger was naar marxistisch-leninistisch model georganiseerd met commissarissen, een politburo en een geheime dienst. Het leger was voornamelijk uit Chinese regimenten opgebouwd. Eén regiment echter, het 10de, opgericht in 1949, bestond uit Maleisiërs. Dit '10de regiment' schonk onlangs haar archief aan het IISG.
Emergency
Nog tijdens de Japanse invasie in 1941 infiltreerden leden van de CPM vanuit Singapore in Maleisië en begonnen een verzetsoorlog tegen de Japanners. Ze werden getraind en gesteund door de Britten. In de volgende jaren groeide deze beweging uit tot een leger van 9000 tot 10.000 bewapende guerrilla's onder het banier van de Malayan People's Anti-Japanese Army. Na de oorlog namen de Britten het bestuurlijke heft weer in handen.In juni 1948 besloot de CPM over te gaan tot gewapende strijd. Nadat in 1948 drie Engelse planters waren vermoord en in 1951 de Britse Hoge Commissaris ging de CPM ondergronds en werd de noodtoestand uitgeroepen. De oorlog heette geen oorlog maar 'Emergency'. Dit op verzoek van de planters die wisten dat verzekeringsmaatschappijen niet uit zouden keren als er officieel van 'oorlog' sprake was.
In december 1955 begonnen vredesonderhandelingen, maar de voorwaarden voor overgave waren voor de CPM onacceptabel. Na de onderhandelingen vluchtte de secretaris-generaal van de CPM, Chin Peng, naar Thailand. Ah Hai verving hem in Maleisië.
Maleisië kreeg op 31 augustus 1957 onafhankelijkheid onder de nieuwe Minister-President Tunku Abdul Rahman. In 1959 besloot de CPM om de gewapende strijd op te geven en in 1960 werd de Emergency opgeheven.
Volksleger
In 1961 keerde de CPM weer terug naar de gewapende strijd. Chin Peng was inmiddels uit Thailand vertrokken en had zich in China gevestigd. Het Bevrijdingsleger vocht nu niet langer voor nationale bevrijding, maar bracht de revolutie, onder meer via haar radiostation Suara Revolusi Malaya (De Stem van de Maleise Revolutie) in het Chinese Hunan (vanaf november 1969). In 1981 werd de CPM gedwongen haar uitzendingen te staken en werden ze hervat vanaf Thaise bodem onder de naam Suara Demokrasi. In 1982 doopte het Bevrijdingsleger zichzelf om Maleis Volksleger. Door interne verdeeldheid en zuiveringen boette het volksleger aan kracht in. Op 2 december 1989 sloten de communisten vrede met de Maleisische en Thaise regering.
Tekst Eef Vermey