Onderzoekt en verzamelt de geschiedenis van werk, werkenden en arbeidsverhoudingen wereldwijd

José Peirats Valls

José Peirats Valls werd op 15 maart 1908 geboren in Vall d'Uxó in de provincie Castellón en overleed op 20 augustus 1989 (Burriana). Hij stamde uit een arbeidersmilieu en moest al op achtjarige leeftijd gaan werken. Hij genoot enig lager onderwijs op de Rationalistische School van Barcelona en volgde daarna vanaf 1924 cursussen op een avondschool. Vanaf zijn veertiende werd hij actief in de anarcho-syndicalistische beweging. Van beroep was hij tegelbakker, maar hij ontwikkelde zichzelf door zelfstudie en begon al spoedig de pen te hanteren. Zijn eerste artikelen publiceerde hij in het bulletin van de bouwbond. Daarna publiceerde hij bijdragen in bladen als Ética, La Revista Blanca en Tierra y Libertad. Van 1934 tot begin 1936 was hij redacteur van Solidaridad Obrera. Daar leerde hij het journalistieke handwerk van Felipe Aláiz. In de periodes dat de krant door de censuur gesloten was, verdiende hij zijn brood als bouwvakker.

Zelf zei hij over zijn activiteiten in de jaren voor de burgeroorlog in het interview dat in El movimiento libertario español staat afgedrukt: 'In de CNT heb ik van alles een beetje gedaan'. Hij sprak op meetings en vergaderingen, hij maakte deel uit van comités, hij stelde manifesten op en organiseerde stakingen. Op congressen vertegenwoordigde hij min of meer rechtzinnige tendensen binnen de beweging. Naast zijn werk voor de vakbond en de krant had hij grote interesse in het educatieve werk in bibliotheken en ateneos, en hij zag de organisatie van de Libertaire Jeugd, die hij mede hielp oprichten in 1932, dan ook niet alleen als organisatie voor sociale strijd, maar ook als organisatie voor anarchistische vorming. Na de oorlog was hij in Toulouse betrokken bij de oprichting van het Ateneo Español in 1959. Hij schreef ook diverse toneelstukken en novellen.

In 1933 was hij secretaris van de afdeling Barcelona van de Federación Anarquista Ibérica (FAI).
Tijdens de julidagen in 1936 bezette hij samen met andere anarchisten de kazerne van zijn woonplaats Hospitalet en maakte er de wapens buit, nadat de soldaten vertrokken waren naar het centrum van Barcelona . Nadat de opstand was neergeslagen nam hij namens de FAI kortstondig zitting in het Revolutionair Comité van Hospitalet, en organiseerde hij de socialisatie van de levensmiddelenvoorziening. Hij keerde zich tegen de regeringsdeelname van de anarchisten. Zijn spreekbuis werd de krant Acracia die in Lérida werd uitgegeven en, nadat hij daar vanwege zijn standpunt was ontslagen, het blad Ruta van de Libertaire Jeugd. Eind 1937 vertrok hij als vrijwilliger naar het front van Aragón. Na de nederlaag van de Republiek ging hij in ballingschap. Hij verbleef in verscheidene Zuid-Amerikaanse landen en keerde in 1947 naar Frankrijk terug, waar hij in 1947 en in 1950 secretaris-generaal van de libertaire beweging in ballingschap was (de Movimiento Libertario Español (MLE) secretariado intercontinental). In die hoedanigheid bezocht hij in 1947 een clandestiene vergadering van de beweging in Madrid. Hij was de enige secretaris-generaal van de MLE die dit waagstuk ooit ondernam. In de loop van de jaren zestig ontstond er een verwijdering tussen hem en de organisatie.

Na de oorlog was hij ook zeer actief als spreker op anarchistische vergaderingen en schreef hij in een breed scala van anarchistische publicaties - hij was o.a. directeur van het weekblad CNT van 1953 tot 1959 en publiceerde in het blad Frente Libertario dat Fernando Gómez Peláez van 1970 tot 1977 uitgaf. Ook schreef hij een groot aantal werken over de geschiedenis van het Spaanse anarchisme, waaronder zijn monumentale La CNT en la revolución española. Voor zijn gedrukte publicaties zij verwezen naar de IISG-catalogus. Daar zijn ook meer foto's van hem te bekijken.

In 2001 ontving het IISG het persoonlijke archief van José Peirats. Het leeuwendeel van het archief , dat ongeveer een strekkende meter beslaat, bestaat uit de persoonlijke correspondentie die Peirats jarenlang onderhield met het uitgebreide netwerk van vrienden en bekenden uit de beweging waarin hij al zo lang actief was. Met hen besprak hij het reilen en zeilen van de beweging in ballingschap. Ook behelsde de correspondentie met mensen als Fernando Gómez Peláez, Juan Gómez Casas, Benito Milla, Fidel Miró, en José Martínez Guerricabeitia, de uitgever van Ruedo Ibérico, zijn publicitaire activiteiten en stond hij in contact met historici als Burnett Bolloten en John Brademas, wier vragen hij beantwoordde over de Burgeroorlog en de anarchistische beweging.

Het archief bevat zowel de ontvangen brieven als dossiers met doorslagen van verzonden brieven. De meeste correspondentie loopt vanaf begin jaren 60 tot eind jaren tachtig. Verder zijn er enige mappen met documentatie, zoals pamfletten, interne circulaires van de beweging in ballingschap en losse nummers van kranten uit Frankrijk en Noord-Afrika. Ten slotte bevat het archief de doorslagen van al of niet gepubliceerde artikelen, en verschillende (op één na niet complete) versies van zijn memoires. Dit archief sluit goed aan bij de archieven van zijn vrienden José Ester Borrás en Fernando Gómez Peláez, beide ook raadpleegbaar in het IISG.

Tekst: Kees Rodenburg, 1 maart 2002

Bronnen

- 'José Peirats Valls', in: Miguel Iñiguez, Esbozo de una Enciclopedia histórica del anarquismo español. (Madrid, 2001).
- El movimiento libertario español : pasado presente y futuro. Suplemento de Cuadernos de Ruedo Ibérico (Parijs, 1974) pp. 231-245.
- José Peirats (Madrid, 1989).
- 'José Peirats Valls : historia contemporánea del Movimiento Libertario : visión crítica de un compromiso anarquista : la Revolución social'. in: Anthropos. Revista de documentación científica de la cultura. nº 102,1989.
- 'José Peirats Valls : una experiencia histórica del pensamiento libertario : memorias y seleccíon de artículos breves'. in: Suplemento de Anthropos nº 18, januari 1990.