Zes weken werkten Marx en Engels aan het Communistisch Manifest, nadat ze eind december 1847 het verzoek kregen een politiek program te schrijven voor de in Londen gevestigde Bildungsgesellschaft für Arbeiter. Hoewel het manifest het geestelijk eigendom van beiden is, staat vast dat Marx in hoofdzaak de tekst schreef. Vanuit diens woonplaats Brussel bereikte het manuscript begin februari 1848 Londen.
De Duitse arbeidersvereniging daar had alvast 25 pond bij elkaar geleend om gothische drukletters van het continent te laten komen. Het verenigings-lid J.E. Burghard zette daarmee vanuit de losse pols de tekst en drukte die, vol zetfouten en in een oplage van duizend, af in zijn eigen drukkerijtje in Liverpool Street. De uitgave telde 23 pagina's, mat 215 bij 134 millimeter en had een zachtgroene omslag. Als program werd het zonder slag of stoot aangenomen door de vereniging, die zich Bund der Kommunisten ging noemen.
Vrijwel te zelfder tijd luidde de Parijse februarirevolutie een reeks revolutionaire woelingen in Europa in, waarbij het Manifest als clandestien pamflet aan een tournee begon. De Amsterdamse tegenhanger van de Bund der Kommunisten bijvoorbeeld kreeg honderd exemplaren toegespeeld. Tijdens een arbeidersdemonstratie en daarop volgende ongeregeldheden in Amsterdam op 24 maart 1848 werd het Manifest op één van de arrestanten gevonden en in beslag genomen. Een ambtenaar vervaardigde er een ondeugdelijke samenvatting van en stopte die in het politie-archief.
De bestudering van het Manifest gaat tot op de dag van vandaag voort en in zijn lange leven heeft de tekst tal van gedaantewisselingen ondergaan. Hoewel het oorspronkelijke voorwoord een Engelse, Franse, Italiaanse, Vlaamse en Deense vertaling aankondigde, komt de Zweden de eer van de eerste vertaling toe (Kommunismens Röst, Stockholm, december 1848).
Het Manifest werd in de twintigste eeuw ook vertaald in talen die meer dood dan levend zijn. Met de vertaling ernaast hebben arbeiders die een schoolopleiding moesten ontberen er zich zelf Duits mee geleerd. In landen die geen vrijheid van drukpers kenden is de tekst op middeleeuwse monniken-wijze gekopieerd en illegaal verspreid. Vrijwel alle begrippen in de tekst zijn geannoteerd en becommentarieerd op hun wordingsgeschiedenis en betekenis.
Grote socialistische theoretici als Adler, Kautsky, Trotski, Plechanov, Gorter en Hobsbawm hebben zich gewaagd aan een nieuwe inleiding. Grafisch ontwerpers hebben naar een originele uitvoering gezocht en er een affiche of een stripverhaal van gemaakt. Van de Duitse tekst is een braille-editie verschenen. Op Youtube ten slotte circuleren bijzondere versies van het Manifest.
Hierbij enkele bijzondere uitgaven uit de IISG-collectie, waaronder het enige bewaard gebleven handschrift, een kladje van Marx, dat door Engels op 12 juni 1883 werd weggeschonken aan een collega.