Onderzoekt en verzamelt de geschiedenis van werk, werkenden en arbeidsverhoudingen wereldwijd

De Russische Revolutie Bereikt Centraal-Azië

100 jaar Russische Revolutie: onderzoek, collecties en activiteiten bij het IISG.

Voordat de bolsjewieken de macht grepen, was het tsarenrijk voor hen niets meer dan een gevangenis der volkeren. In 1916 – een jaar voor de revolutie en midden in de eerste wereldoorlog – had het Russische leger te kampen met een ernstig tekort aan mankracht. Daarom begon het tsaristische regime een campagne in Centraal-Azië, waarbij mannen massaal opgeroepen werden voor ongewapende militaire dienst aan het front. Deze dienstplichtverordening leidde tot een catastrofale pagina in de geschiedenis van het koloniale bewind van de tsaar in Centraal-Azië. De verordening veroorzaakte een volksopstand die de zuidelijke gebieden van het rijk overspoelde, van de woestijnen van Turkmenistan tot de hooglanden van Kirgizië. Honderdduizenden boeren uit Centraal-Azië werden afgeslacht of ontvluchtten het tsarenrijk.

Congres van de Volkeren van het Oosten, Bakoe 1920. B. v.d. Muijzenberg-Willemse. Collectie IISG BG A58/121

Een jaar later, in de nasleep van de Februarirevolutie van 1917, kwam Lenin aan op het Finlandstation in St. Petersburg en gaf er een toespraak, waarin de kwestie van de verschillende volkeren in het ineenstortende rijk een van de kernpunten was. Volgens Lenin hadden alle volkeren die samen het Russische rijk vormden het recht om zich openlijk af te scheiden en onafhankelijke staten te stichten. Volkeren dit recht weigeren, zo vervolgde Lenin, zou de facto betekenen dat er een annexatiepolitiek werd gevoerd. Maar hoe kon een volk dit recht in de praktijk ten uitvoer brengen? Volgens Lenin kon alleen het proletariaat dit recht uitoefenen namens het volk en in zijn visie werd dit proletariaat vertegenwoordigd door de communistische partij, want alleen de partij streefde naar maatschappelijke ontwikkeling en belichaamde de klassenstrijd. Dit betekende dan ook dat alleen de partij bevoegd was om namens het volk te beslissen, zelfs als de natie in kwestie nog niet bestond.

Aan de vooravond van de Russische Revolutie stond de industrie in Centraal-Azië nog in de kinderschoenen en telde dit immense gebied slechts een beperkt aantal industriearbeiders. De meeste van hen waren Russen, die ofwel naar Centraal-Azië waren vertrokken om er hun geluk te zoeken ofwel vanwege politiek activisme verbannen waren naar deze zuidelijke randgebieden van het tsarenrijk. Deze arbeiders steunden de bolsjewieken en vormden het voornaamste draagvlak voor de revolutie.

Tegelijkertijd startten plaatselijke hervormingsgezinden in Centraal-Azië, meestal aangeduid als de Jadiden, hun eigen onafhankelijkheidscampagnes in Kokand, Khiva en Buchara. Deze plaatsen waren de hoofdsteden van de drie Centraal-Aziatische kanaten, voordat de tsaar de regio had veroverd en geannexeerd.

De jaren 1917-1920 werden in Centraal-Azië gekenmerkt door de rivaliteit tussen twee kampen: de autochtone hervormingsgezinde nationalisten en aanhangers van de bolsjewieken aan de ene kant en het plaatselijke conservatieve establishment van het kanaat van Buchara, een protectoraat van het Russische rijk, aan de andere kant.

In 1918 stichtten de bolsjewieken de Autonome Republiek Turkestan en een jaar later de Volksrepubliek Chorasmië. In beide gevallen deden de bolsjewieken met succes een beroep op de autochtone hervormingsgezinde nationalisten om hen te steunen in hun strijd tegen de laatste overblijfselen van het oude regime en zijn protegés, zoals de emir van Buchara.

De bolsjewieken slaagden er niet altijd in om de plaatselijke hervormingsgezinde nationalisten ervan te overtuigen zich achter hen te scharen. Zo formeerde bijvoorbeeld de politieke elite van Kazachstan en Kirgizië na de revolutie een partij, Alash Orda geheten, die tot augustus 1920 de macht in handen had en regionale autonomie genoot.

In 1920 was het bolsjewistische gedachtegoed al stevig verankerd in Centraal-Azië. In september 1920 organiseerde de Communistische Internationale (Comintern) het eerste, en tevens laatste, Congres van de Volkeren van het Oosten in Bakoe. Het congres werd geleid door Grigori Zinoviev, toentertijd voorzitter van Comintern. Het congres werd bijgewoond door zo’n 1.900 afgevaardigden, veelal vertegenwoordigers van de diverse volkeren uit Centraal-Azië. Het voornaamste doel van het congres was de Britten ervan te overtuigen het bolsjewistisch bewind in de gebieden van het voormalige tsarenrijk te erkennen. De bolsjewieken trachtten dit te bereiken door de Britse belangen in Azië ter discussie te stellen. Voor de volkeren van Centraal-Azië viel het Congres van de Volkeren van het Oosten echter samen met een heel andere gebeurtenis.

Op hetzelfde moment dat Zinoviev in Bakoe het bolsjewistische credo ten aanzien van het zelfbeschikkingsrecht der volkeren in herinnering riep, gaf Mikhail Frunze (de bolsjewistische bevelhebber aan het oostfront) in Buchara aan de overzijde van de Kaspische Zee zijn militaire vliegtuigen de opdracht om de Ark ‘Aali– het Grote Paleis van Alim Khan, de laatste emir van Buchara – te bombarderen.

Hoewel de Basmatsjis hun opstand tegen de Sovjetheerschappij nog enkele jaren vol wisten te houden, groeide de val van Buchara uit tot een toonbeeld van consolidatie van de Sovjetheerschappij in Centraal-Azië.


Artikel door Touraj Atabaki

Touraj Atabaki is honorary fellow aan het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG). Hij kwam in 1995 in dienst bij het IISG en bekleedde de positie van hoofd Collectievorming en Onderzoek Midden-Oosten en Centraal-Azië.

Meer weten?

Conference Tehran, May 2003

Oral History Azerbaijan

Social History of Turkmenistan, conference October 2011

First Persian-language newspaper in Central Asia

Oral History of the Caucasus Project Collection

 

 

Geplaatst: 
17 december 2017