Co van den Born was wat je noemt een vakbondsvrouw in hart en nieren. In de jaren van de wederopbouw, maar ook in de woelige jaren zestig, stond zij al op de bres voor gelijke beloning en behandeling van vrouwen. Haar archief, nu op het IISG, geeft een mooi beeld van een actief leven in dienst van de vakbeweging in het Nederland van direct na de Tweede Wereldoorlog.
Jacoba Hendrika van den Born werd geboren op 11 oktober 1919 in Utrecht. Haar vader was Henk van den Born die zou opklimmen tot bestuurder en later voorzitter van de Algemene Nederlandse Metaalbewerkersbond, de ANMB.
Co van den Born mocht naar de HBS en ging daarna werken bij de Arbeiderspers. Vrij vlot stapte zij in 1939 over naar het kantoor van de Algemene Nederlandse Bond van Handels- en Kantoorbedienden. In 1942 nam zij daar ontslag vanwege de gedwongen opname van het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV) in het Duitsgezinde Nederlands Arbeidsfront (NAF).
De ijver en inzet van Co waren niet onopgemerkt gebleven en in 1946 werd zij gevraagd als assistente van het dagelijks bestuur van de net opgerichte Partij van de Arbeid (PvdA). Haar betrokkenheid lag toch primair bij de vakbeweging en toen zij in 1954 werd benaderd om bestuurder te worden van de Algemene Bond Mercurius, de bond van kantoorbedienden en aanverwante beroepen, aarzelde zij geen moment. Via Mercurius werd Co vanaf 1955 actief in de Commissie Vrouwenwerk van het NVV en ook werd zij in 1961 secretaris van de Adviescommissie Vrouwenarbeid van Mercurius. In deze functies zette zij zich in voor gelijke beloning en behandeling van vrouwen. In de periode 1968-1972 was zij ook voorzitter van de afdeling Amsterdam van Mercurius.
In 1972 nam zij afscheid van de vakbeweging. Vanaf dat jaar tot aan haar pensionering in 1978 werkte zij als secretaris bij de Algemene Woningbouw Vereniging Amsterdam.
Co van den Born overleed op 14 februari 2014. Een in memoriam verscheen in de Volkskrant en ook op de site van de Vakbondshistorische Vereniging.
Het archief bevat een portret van haar grootvader en stukken die met haar vader, de man die opklom van metaalarbeider tot vakbondsbestuurder, te maken hebben. Van haarzelf zijn er diverse diploma’s en getuigschriften en formele brieven betreffende haar diverse dienstverbanden. Verder zitten er dagboeken in uit bepaalde periodes van haar leven en plakboeken waarin zij dit leven zorgvuldig en precies documenteerde.
Interessant is bijvoorbeeld het verslag van een reis van ‘jeugdige functionarissen uit Partij en Vakbeweging’ naar Oostenrijk in het voorjaar van 1949. In 1957 reisde zij met vakbondsjongeren naar Engeland. In 1968 ging de reis naar de Derde Wereldconferentie van het Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen in Düsseldorf.
Het archief is via bemiddeling van Bob Reinalda in 2014 op het IISG beland.
Bouwe Hijma