Na de overgave van België in mei 1940 was de socialistische leider Hendrik (Henri) De Man ervan overtuigd dat de Duitsers heel Europa in handen zouden krijgen. Zijn “Manifest” van 28 juni 1940 bevatte een doodverklaring van de Belgische Werkers Partij en streefde naar een corporatistisch en autoritair ingericht staatsbestel onder leiding van koning Leopold III.
Toen duidelijk werd dat België onder Duits bestuur zou blijven en dat de nazi's De Man daarbij niet konden gebruiken, ging hij vrijwillig in ballingschap, eerst in Vichy-Frankrijk, daarna in Zwitserland.
In 1946 werd hij in absentia tot twintig jaar gevangenschap veroordeeld wegens hoogverraad.
Wouter Steenhaut, 'The Archives of Hendrik de Man. A Tragedy' in: A Usable Collection (Amsterdam 2014) 170-186