In de Republiek der Verenigde Nederlanden (1588-1795) werd een groot deel van de armenzorg gefinancierd uit collectegiften. In veel steden vonden wekelijks huis-aan-huiscollectes plaats en er werd geld ingezameld tijdens kerkdiensten.
In haar op 13 juni te verdedigen proefschrift onderzocht IISG-promovenda Daniëlle Teeuwen hoe men erin slaagde om jaar na jaar hoge – en ook relatief stabiele – bedragen op te halen voor liefdadigheid.Teeuwen analyseerde zowel het beleid van stadsbesturen en kerkenraden die de collectes organiseerden als het geefgedrag van de bevolking.
Op basis van archiefonderzoek in Delft, Utrecht, Zwolle en ’s-Hertogenbosch toont ze aan dat de autoriteiten gebruikmaakten van organisatorische én retorische collectestrategieën om de bevolking aan te sporen tot vrijgevigheid. Aankondigingen van collectes moesten de stedelingen bewust maken van hun christelijke en burgerlijke plicht om te geven. Hierin wezen zowel stadsbesturen als predikanten op de voordelen die vrijgevigheid kon hebben in zowel het leven als in het hiernamaals. De druk werd soms zelfs verder opgevoerd door predikanten, burgemeesters of schouten met open schalen langs de deuren te laten gaan om giften in te zamelen.
Om het vertrouwen van de bevolking te vergroten, hielden stadsbesturen bovendien toezicht op de financiën van armenzorginstellingen, zagen ze erop toe dat collectes volgens de regels plaatsvonden en bestreden ze fraude en misbruik. Over het algemeen was dit beleid succesvol: niet alleen werden er jaarlijks hoge bedragen opgehaald, bovendien droegen niet alleen de rijken, maar bijna alle lagen van de stedelijke samenleving bij aan de collectes.
Het proefschrift maakt deel uit van het door het IISG geïnitieerde NWO-project Giving in the Golden Age.
Proefschrift: Generating generosity. Financing poor relief through charitable collections in Dutch towns, c. 1600-1800
Promotoren:
Prof. dr Lex Heerma van Voss
Prof. dr Marco van Leeuwen
Copromotor:
Dr. Elise van Nederveen Meerkerk