De AJC leert volksdansen

De AJC was in 1918 opgericht om de arbeidersjeugd lichamelijk en geestelijk op te voeden. In de eerste jaren was nog niet altijd duidelijk hoe dat het beste bereikt kon worden. Er werd nieuwsgierig gekeken naar de Duitse zustervereniging de SAJ. De bijeenkomst van de Arbeiders Jeugd Internationale in juli 1921 in Bielefeld was een mooie gelegenheid om iets bij te leren. De Nederlandse delegatie werd ingewijd in het volksdansen, het zingen van arbeidersliederen en de grootschalige gymnastiekoefeningen. In de jaren 20 en 30 werd dit een belangrijk onderdeel van het jeugdwerk van de AJC.