Onderzoekt en verzamelt de geschiedenis van werk, werkenden en arbeidsverhoudingen wereldwijd

Rein van der Leeuw 1920-2012

Op 6 september 2012 overleed Rein van der Leeuw, die van 1974 tot 1986 directeur van het IISG was.

Johan Reinhardt van der Leeuw, ‘Rein’ in de wandeling, werd op 10 december 1920 in Groningen geboren. Zijn vader Gerardus van der Leeuw was theoloog, predikant en vlak na de Tweede Wereldoorlog kortstondig minister van Onderwijs. In 1946 trad hij toe tot de PvdA. Gerardus was in 1916 getrouwd met Anna Catharina Snoeck Henkemans. Zij kregen drie zonen, waarvan Rein de middelste was.

Rein van der Leeuw studeerde geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen en haalde in 1946 zijn kandidaats met als bijvakken Nederlands en dogmageschiedenis. In 1948 trouwde hij met Agatha Adriana Janna Sauer, met wie hij vier kinderen kreeg. Hij behaalde zijn doctoraal in 1949 met als hoofdvak Nieuwe Geschiedenis en als bijvakken sociologie en Middeleeuwse Geschiedenis. Rein van der Leeuw behaalde ook het archiefdiploma Ie klas. Van 1949 tot 1957 was hij wetenschappelijk ambtenaar op het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (RIOD) waar ook zijn broer, A.J. van der Leeuw (1919-2003) werkzaam was. Hier werkte hij onder A.E. Cohen op de afdeling bronnenpublicaties. Van 1957 tot 1959 was hij leraar geschiedenis te Amsterdam en aan het Karel van Manderlyceum in Haarlem.

IISG

Op 1 juli 1959 kwam hij bij het IISG in tijdelijke dienst voor het ordenen van archieven in het kader van het zogenoemde Ford project. Het IISG ontving in die tijd aanzienlijke fondsen van de Ford Foundation voor het wegwerken van achterstanden bij het toegankelijk maken van collecties. Dit project liep in de loop van 1965 af. De toenmalige IISG-directeur A.J.C. Rüter kenschetste hem als een ‘goed historicus met een brede sociale belangstelling’. Begin 1964 werd van der Leeuw aangesteld als ‘wetenschappelijk medewerker Ie klas in vaste dienst belast met het ordenen van archieven’. In de aanstellingsbrief maakte Rüter Van der Leeuw er op attent dat het Instituut nog geen interuniversitair instituut was en dat hij daarom (nog) niet kon worden opgenomen in het Burgerlijk Pensioenfonds, zoals ook gold voor vele andere medewerkers. Voor de zaak van het opnemen van het personeel in het ABP heeft Van der Leeuw zich de jaren na zijn aanstelling sterk gemaakt.

Bij de aanstelling in 1964 hoorde ook dat Van der Leeuw zich ging bezighouden met het beheer van de archieven van internationale organisaties op het IISG. Vanaf 1965 waren die internationale archieven ondergebracht in een ‘kabinet’ met Rein van der Leeuw als kabinetshoofd. Van der Leeuw bezocht in dat jaar de eerste International Conference of Labour and Social History (beter bekend onder de Duitse naam Internationale Tagung der HistorikerInnen der Arbeiter- und anderer sozialer Bewegungen, afgekort ITH) in Linz. Later nam hij in het bestuur van deze conferentie zitting. In deze tijd was hij ook kort lid van de Amsterdamse Gemeenteraad voor de PvdA. Hij werd op 28 april 1965 tussentijds geïnstalleerd, maar keerde na de verkiezingen van 24 augustus 1966 niet meer terug. In dit jaar nam hij zitting in de commissie ‘sport en recreatie’. 

Directoraat

Per 1 juli 1974 werd hij benoemd tot directeur van het IISG met de verantwoordelijkheid voor financiën en organisatie naast Frits de Jong Edz. De Jong bleef algemeen directeur maar werd vooral in beslag genomen door wetenschappelijke en publicatieprojecten. De Jong trad af als directeur op 1 januari 1978. Het bestuur vroeg Van der Leeuw het directoraat op zich te nemen met op tijdelijke basis assistentie van Charles B. Timmer als adjunct. Timmer was al jaren hoofd van de publicatie-afdeling van het Instituut en had ook onder Frits de Jong deze rol gehad. In 1978 werd de directie versterkt met Fritjof Tichelman, dan hoofd van de Azië afdeling van het IISG, als tweede adjunct. Per 1 juni 1979 werd Van der Leeuw officieel benoemd tot algemeen directeur van het Instituut.

Algemeen directeur

Als algemeen directeur kreeg Van der Leeuw te maken met sterk veranderde bestuursomstandigheden. Het IISG was in 1979 onder de paraplu van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen terecht gekomen. In deze nieuwe omgeving was wetenschappelijk onderzoek uiteraard van groot belang. De organisatiestructuur van het Instituut was bij zijn aantreden fundamenteel niet anders dan die in 1935, terwijl er wel een enorme groei in personeel en collecties had plaatsgevonden. De collecties bijvoorbeeld waren tussen 1938 en 1978 met bijna een factor 7 gegroeid van 2.500 meter op de plank naar 17.000 meter. Het werk was georganiseerd in ‘kabinetten’ die een geografisch of inhoudelijk gebied onder zich hadden en daarin wetenschappelijk onderzoek en collectievorming moesten combineren. Maar daarnaast waren er professionele diensten als een bibliotheek- en een archiefafdeling ontstaan.

Per 1 januari 1984 benoemde het bestuur een bewindvoerder naast de directeur. Tot zijn pensioen in 1986 heeft Van der Leeuw deze bewindvoerder, Eric Fischer, loyaal met raad en daad terzijde gestaan. Als directeur opereerde hij liefst direct op de werkvloer, waar hij met de hem kenmerkende charme en humor ook na zijn pensioen een graag geziene gast bleef.

Huub Sanders

Publicaties

J.R. van der Leeuw, Deutschland und die Niederlande im Zweiten Weltkrieg. Referat, Gehalten Auf Der 1. Niederländisch-deutschen Historikertagung, Braunschweig, August 1956.
J.R. van der Leeuw,  ‘Deutschland und Die Niederlande Im Zweiten Weltkrieg‘,  Internationales Jahrbuch Für Geschichtsunterricht 6 (1957): 98–108.
J.R. van der Leeuw, ‘Het falen en uiteenvallen der Tweede Internationale in 1914’, Mededelingenblad Sociaal Historische Studiekring  (1966):no.28, p. 9-10.
J.R. van der Leeuw, ‘Vorwort = Voorwoord‘, in: Die Niederlande und Deutschland. Empfehlungen der 2. und 3. deutsch- niederländischen Historikertagung, Braunschweig, 1966 und 1967 = Nederland en Duitsland. Aanbevelingen der tweede en derde conferentie van Duitse en Nederlandse historici, Brunswijk, 1966 en 1967. [Mit Beitrn von R.L. Schuursma und E.G. Groeneveld. Vorw. von J.R. van der Leeuw] (Braunschweig: Albert Liombach Verlag, 1967) 1-3.
J.R. van der Leeuw,  ‘De Reactie in De Nederlandse Arbeidersbeweging Op De Russische Revolutie’, Mededelingenblad NVSG (1968):no.34, p. 17-20.
J.R.van der Leeuw, Het Marxisme En Zijn Varianten  (Amsterdam: Systemen Keesing, 1974)
J.R. van der Leeuw Sr., 'Bij de herinneringen van Annie Adama van Scheltema', Tijdschrift voor Sociale Geschiedenis jrg.4 nr.11, juni 1978 139-140.
J.R. van der Leeuw, 'De Centrale en het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis', in: Met overleg en durf. De Centrale 75 jaar (Den Haag: Centrale levenverzekeringbank, 1979) 52-61.
J.R. van der Leeuw , ‘Raadsels rond rode Russen’,  Z.W.O. Jaarboek 1981 117-122.
Anton Pannekoek, Herinneringen uit de arbeidersbeweging [...] geannoteerd door B. A Sijes, J.R van der Leeuw e.a. (Amsterdam 1982).
 

Geplaatst: 
10 september 2012