Het derde opeenvolgende IISG onderzoeksproject in Rusland kende zijn inhoudelijke start met zijn eerste conferentie in Moskou op 21-22 januari 2006. Het project is gewijd aan de vaardigheden op sociaal en economisch gebied die de Russische burgers als een erfenis van de Sovjet periode overhielden. Toen in Rusland een markteconomie en een democratisch stelsel met meer partijen tot stand kwamen, wezen velen erop dat Rusland een ontwikkelde "civil society" mistte. Zij verwachtten dat de Russische burgers slecht toegerust zouden zijn voor hun nieuwe samenleving.
In dit onderzoeksproject wordt onderzocht of dat het geval was. Het richt zich op aspecten van het Sovjet systeem, zoals het bestaan van vormen van ondernemerschap en zelfvoorziening, die de Russen juist wel op hun leven na de herinvoering van het kapitalisme voorbereidden. Het bestaan van verenigingen - en de poging er veel meer op te richten dan toegestaan werden - burgerinitiatieven om invaliden en wezen te steunen en vrijheid van godsdienst te bewerkstelligen zijn andere aspecten die onderzocht zullen worden. Weer andere aspecten van de Sovjet maatschappij, zoals omkoping, werden in kapitalistisch Rusland belangrijker.
Het project wordt gefinancierd door NWO en uitgevoerd door het IISG in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam (Michael Wintle en André Gerrits). Het wordt in Moskou voor het Instituut geleid door Gijs Kessler en Andrei Sokolov (Russische Academie van Wetenschappen) en Leonid Borodkin (Moscow State University).