Conducts research and collects data on the global history of labour, workers, and labour relations

Troelstra 1900-1909

Chronologie

1860-1869 | 1870-1879 | 1880-1889 | 1890-1899 | 1900-1909 | 1910-1919 | 1920-1931

22 januari 1900
Het partijbestuur benoemt Troelstra tot hoofdredacteur van het nieuwe dagblad.

30 maart 1900
Vooral op instigatie van Troelstra stemt de SDAP-fractie tegen de leerplichtwet, die desondanks met een krappe meerderheid van één stem wordt aangenomen. Volgens Troelstra werkt leerplicht alleen als ouders genoeg geld hebben voor voeding en kleding.

1 april 1900
Na enkele proefnummers verschijnt op 1 april het eerste nummer van Het Volk. Troelstra besluit te verhuizen naar Haarlem, tussen Amsterdam en Den Haag in. Intussen neemt hij tijdelijk zijn intrek bij een partijgenoot in Amsterdam.

20 april 1900
Door de Hoge Raad wordt het revisieverzoek in de zaak-Hogerhuis afgewezen. De verklaringen van de nieuwe getuigen zouden niet geloofwaardig zijn.

21 mei 1900
De Troelstra’s verhuizen naar Haarlem.

8 juni 1900
De Eerste Kamer verwerpt de Ongevallenwet die met steun van de SDAP-fractie door de Tweede Kamer was aangenomen. Volgens Troelstra is dit een bewijs van het reactionaire karakter van de senaat. De SDAP is voor afschaffing van de Eerste Kamer. Een half jaar later aanvaarden Tweede en Eerste Kamer een – volgens de wensen van de senaat - gewijzigd wetsontwerp. De SDAP gaat tandenknarsend akkoord onder het motto: beter iets dan niets.

21 juni 1900
Troelstra wil geen gratieverzoek indienen, maar stemt wel in met een motie van Henri van Kol, waarin de gang van zaken rondom zijn rechtszaak wordt ‘betreurd’. De motie wordt verworpen. Troelstra spreekt van ‘verkrachting van het rechtsbewustzijn’.

juli 1900
Troelstra brengt een maand door in de gevangenis van Haarlem. Hij brengt de tijd door met lezen, correspondentie met vrienden en het schrijven van artikelen over de agrarische kwestie.

7 augustus 1900
Terwijl Troelstra met zijn vrouw op vakantie in Duitsland is, overlijdt de Duitse partijleider Wilhelm Liebknecht. Troelstra woont in Berlijn de begrafenis bij; hij is diep onder de indruk van het eerbetoon door meer dan 200.000 toeschouwers.

23-27 september 1900
Een grote delegatie uit Nederland, aangevoerd door Troelstra, bezoekt het congres van de Internationale in Parijs. Er wordt een resolutie aangenomen, waarin regeringsdeelneming van socialisten in een burgerlijk kabinet in uitzonderlijke omstandigheden toelaatbaar wordt geacht.

3-5 januari 1901
In het Kamerdebat over het huwelijk van koningin Wilhelmina bestrijdt Troelstra het voorstel om prins Hendrik, die met de rijkste vrouw van Nederland trouwt, een staatspensioen toe te kennen, terwijl arbeiders geen enkel pensioen krijgen.

7 februari 1901
Ter gelegenheid van het huwelijk van koningin Wilhelmina wordt de broers Hogerhuis strafvermindering gegeven, elk drie jaar. Keimpe komt meteen vrij, Marten in 1902 en Wybren in 1905.

14 maart 1901
Minister Eland van oorlog treedt af nadat een voorstel tot uitbreiding van het aantal dienstplichtigen is verworpen. Mede door bemoeienis van koningin Wilhelmina wordt het leger even later alsnog uitgebreid. Troelstra spreek van ‘politiek bedrog’.

7-8 april 1901
Op het partijcongres komt Troelstra in botsing met Herman Gorter die namens de afdeling Naarden-Bussum steun aan arme pachtboeren verwerpt. Er wordt een commissie ingesteld, maar de twist tussen pragmatici en theoretici blijft de verhoudingen verzieken.

12 april 1901
Uit irritatie over de ‘Gooiers’ Herman Gorter en Henriette Roland Holst legt Troelstra het hoofdredacteurschap van Het Volk neer. Voorlopig is hij politiek redacteur naast Nap Ankersmit die de dagelijkse leiding heeft.

8 mei 1901
Troelstra dient opnieuw een kiesrechtmotie in. Hij noemt kiesrecht een ‘noodzakelijke voorwaarde voor sociale wetgeving’. De motie wordt verworpen met 64 tegen 20 stemmen.

16 juni 1901
Bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer wordt Troelstra in het district Tietjerksteradeel verslagen door de antirevolutionair A.S. Talma. In andere districten heeft hij te weinig stemmen om voor een tweede ronde in aanmerking te komen. Hij verdwijnt tijdelijk uit de Tweede Kamer. Abraham Kuyper wordt premier.

4 juli 1901
Ook bij verkiezingen voor de gemeenteraad van Haarlem wint de SDAP drie zetels, maar Troelstra verliest. Ook twee latere pogingen om in de gemeenteraad van Haarlem te komen mislukken.

8 augustus 1901
Ook bij herverkiezingen in Veendam slaagt Troelstra er niet in zijn Kamerzetel te herwinnen. ‘Troelstra gevallen’, meldt Het Volk.

17 september 1901
In Het Volk begint een pennenstrijd tussen Gorter en Troelstra over de agrarische kwestie. Later worden ook andere kwesties in ellenlange series uitgevochten.

12 januari 1902
Op verzoek van zijn vader reist Piet naar Arco in Tirol om daar zijn ernstig zieke broer Dirk te bezoeken. Met Dirk bereidt hij een uitgave van diens gedichten voor onder de titel Meigave.

28 januari 1902
In Het Volk ontbrandt een discussie over subsidie voor bijzondere scholen. Troelstra wil vrijheid van onderwijs, ook materieel. Behalve Gooiers vindt hij ook leden van de onderwijsbond tegenover zich. Ze willen dat de SDAP kiest voor de openbare school.

25 februari 1902
Lezing van Troelstra over ‘Theorie en beweging’. Tegenover de ‘doctrinaire marxisten’ verdedigt hij de wisselwerking tussen theorie in praktijk.

12 maart 1902
Troelstra verdedigt zich in Het Volk tegen het verwijt van opportunisme, dat de Gooiers hem maken.

30 maart 1902
Op het SDAP-congres wordt de Groninger motie aangenomen, die – in de geest van Troelstra – de vrijheid van onderwijs en het recht van bijzondere scholen op subsidie (‘gelijkstelling’) erkent.

1 mei 1902
Ondanks Troelstra’s blijvende ergernis over de kritiek vanuit het Gooi neemt hij het hoofdredacteurschap van Het Volk weer op zich.

12 mei 1902
Dirk Troelstra overlijdt in Arnhem, waar hij op zijn terugreis vanuit Tirol is gestrand. Na enige aarzeling vanwege alle SDAP-sprekers voert ook vader Troelstra het woord op de begrafenis. Dirks weduwe Sylvie en dochter Grietje komen tijdelijk bij hem in Leeuwarden wonen. Piet wordt voogd van Grietje.

11 augustus 1902
In Sneek gaat Troelstra nog eenmaal in debat met Domela Nieuwenhuis. Hij bestrijdt diens anarchisme: ‘De staat zult ge met geen dynamietbom laten springen’.

18 september 1902
Bij tussentijdse verkiezingen voor de Tweede Kamer in Amsterdam IX verliest Troelstra met honderd stemmen verschil van de antirevolutionair Bijleveld.

31 oktober 1902
Nog geen maand na haar huwelijk met Ignaz Bahlmann verdrinkt Cornélie Huygens zich in een vijver in het Vondelpark. Troelstra wordt gevraagd haar te indentificeren. Huygens was bevriend met de Troelstra’s en voerde hen op in haar sleutelroman Barthold Meryan.

9 december 1902
Bij tussentijdse Kamerverkiezingen in het district Amsterdam III wordt fel campagne gevoerd; ook ‘Gooiers’ ijveren voor Troelstra’s herverkiezing. Hij verslaat de liberaal J.W. IJzerman. Op het verkiezingsfeest raakt de 16-jarige Willem Drees diep onder de indruk van Troelstra: ‘Er viel een zaadje, ook bij mij’. Troelstra keert terug in de Kamer en blijft lid tot 1925.

29 januari 1903
Het broeit al langer in de havensteden, de diamantindustrie, de bouw en de textielindustrie. Het ontslag van een rangeerder van de Hollandse Ijzeren Spoorwegmaatschappij, die werk weigerde uit solidariteit met stakende bootwerkers, is het sein tot de Spoorwegstaking. De SDAP en de met haar gelieerde spoorwegbond scharen zich aan de kant van de syndicalistische bonden.

31 januari 1903
De staking is op haar hoogtepunt als ‘s avonds het bericht komt dat de primaire stakingseisen zijn ingewilligd door de directie.

Begin februari
De christelijk-historische politicus De Savornin Lohman eist harde maatregelen tegen de revolutionairen. De regering roept verlofgangers onder de wapenen en kondigt antistakingswetten aan.

20 februari 1903
Syndicalistische en sociaal-democratische vakbonden richten samen met de Vrije Socialisten van Domela Nieuwenhuis en de SDAP het Comité van Verweer op. Troelstra speelt een belangrijke rol bij het formuleren van een motie, die oproept tot krachtige agitatie, maar laat het vervolgens aan de bonden over om initiatief te nemen.

25 februari 1903
De regering dient antistakingswetten in: er komt een spoorwegbrigade om in geval van nood diensten uit te voeren, er wordt een onderzoek aangekondigd naar de arbeidsvoorwaarden en er komt een stakingsverbod voor publieke diensten zoals de spoorwegen. De oppositie spreekt van ‘worgwetten’.

10 maart 1903
Kamerdebat over de antistakingswetten. Troelstra zegt te streven naar ‘verplaatsing van het gezag’ van de bezittende klasse naar het volk. Tegelijk dringt hij aan op verzoening. Maar Kuyper is niet gevoelig voor deze ‘sirenenzang’.

15 maart 1903
Troelstra en Domela Nieuwenhuis wonen de vergadering bij van de besturen die deelnemen in het Comité van Verweer. Het lijkt alsof Troelstra nog achter de oproep van 20 februari staat, maar (geheime) informatie over te geringe actiebereidheid doet hem vrezen dat een tweede grote staking zal mislukken.

17 maart 1903
Onder de kop ‘Wat nu?’ waarschuwt Troelstra in Het Volk voor een tweede staking. Het nogal cryptische commentaar zal hem het verwijt van ‘onvastheid’ en ‘verraad’ opleveren.

28 maart 1903
In de memorie van antwoord doet de regering op enkele punten concessies, maar op hoofdlijnen houdt ze vast aan de antistakingswetten. Ze zet alles op alles om de wetsontwerpen snel door het parlement te loodsen.

31 maart 1903
Het Volk weigert artikelen van Anton Pannekoek, die kritiek heeft op Troelstra’s tweeslachtige houding. Pannekoek beklaagt zich bij Troelstra: ‘Zijt gij onfeilbaar?’

2 april 1903
De Tweede Kamer begint aan de behandeling van de ‘worgwetten’. In een geheime vergadering besluit het Comité van Verweer een stakingsoproep aan het spoorwegpersoneel te doen uitgaan ‘op een nader te bepalen datum’.

6 april 1903
In de nacht van zondag 5 op maandag 6 april begint de tweede spoorweg- en transportstaking. De staking komt langzaam op gang, de actiebereidheid valt tegen en werkwilligen van de confessionele bonden weten het treinverkeer redelijk op gang te houden.

9 april 1903
De Tweede Kamer aanvaardt de wetsontwerpen met 81 tegen 14 stemmen, alle amendementen van Troelstra worden verworpen.

10 april 1903
Op Goede Vrijdag komt de Eerste Kamer bijeen voor het onderzoek van de wetten. De volgende dag worden ze aangenomen en in het Staatsblad gepubliceerd. Het Comité van Verweer besluit daarom de staking af te gelasten.

11 en 12 april 1903
Op twee nachtelijke vergaderingen in Amsterdam verwijten de syndicalisten en anarchisten Troelstra en zijn medestanders dat zij de stakers hebben verraden. Er wordt gescholden en met stoelen gegooid, er worden zelfs revolvers gesignaleerd. Na heftige debatten wordt besloten een commissie van onderzoek in te stellen.

17 april 1903
Troelstra verhuist van Haarlem naar Den Haag. Jelle gaat naar een kostschool in Duitsland, later gaat ook Dieuwke naar een Duits internaat.

26 april 1903
Troelstra verdedigt Frank van der Goes en Frederik Hugenholtz die verdacht worden van opruiing tijdens de spoorwegstaking. Ze krijgen elk een maand gevangenisstraf.

22 mei 1903
Troelstra wil opnieuw het hoofdredacteurschap neerleggen, deels vanwege de kritiek van de marxistische vleugel, deels omdat hij weer in Den Haag woont. Besloten wordt dat hij later in het jaar zal aftreden, om niet de indruk van verdeeldheid te wekken.

31 mei 1903
Het partijcongres besluit niet meer met syndicalisten samen te werken. Gorter bekritiseert de rol van Troelstra tijdens de stakingen en ook Schaper, de tweede man van de fractie, uit kritiek. Troelstra blijft bij zijn standpunt: de tactiek verandert met de omstandigheden. Na een heftig debat schudden Gorter en hij elkaar de hand, maar de strijdbijl is allerminst begraven.

zomer 1903
Verschijning van Afke’s tiental, het boek dat de naam van Nynke van Hichtum als kinderboekenschrijfster voorgoed vestigt. Het boek is een bestseller en zal nog een eeuwlang verkocht worden.

4 augustus 1903
De sociaal-democratische fractie dient een initiatief-wetsvoorstel in tot wijziging van de grondwet om zo algemeen kiesrecht mogelijk te maken.

18 augustus 1903
Een groep van 850 SDAP’ers onder aanvoering van Troelstra brengt een bezoek aan partijgenoten in Brussel en Gent. Voor velen is het de eerste buitenlandse reis.

28 augustus 1903
De Commissie van Onderzoek concludeert dat Troelstra tijdens de spoorwegstakingen wel fouten heeft gemaakt, maar geen ‘daden van verraad’ heeft gepleegd.

15 september 1903
In de troonrede laat premier Kuyper de koningin de spoorwegstaking typeren als ‘een misdadige woeling’. Na kritiek van Troelstra distantiëren de Tweede en Eerste Kamer zich van die woordkeus.

1 november 1903
Pieter Tak volgt Troelstra op als hoofdredacteur van Het Volk. Als reden voor zijn vertrek noemt Troelstra dat het reizen naar Amsterdam hem te veel is; ook de ziekte van zijn vrouw speelt hem parten. De kritiek op zijn ‘onvaste’ leiding noemt hij niet. Hij krijgt een eigen rubriek, ‘In en buiten de Kamer’.

8 december 1903
Tijdens de zwendeldebatten keert Troelstra zich tegen de uitwassen van het kapitalisme. Stakende arbeiders worden hard gestraft, zegt hij, maar woekeraars, speculanten en fraudeurs in het bankwezen gaan vrijuit, hoeveel kleine spaarders zij ook duperen.

15 december 1903
Troelstra komt in conflict met zijn (dan nog) fractiegenoot Melchers die een bank opricht, De Centrale, waarvan de winst deels bestemd is voor sociaal-democratische organisaties. Troelstra heeft bezwaar tegen effectenhandel. Met dat bezwaar wordt in zover rekening gehouden dat De Centrale geen effecten voor particulieren verhandelt maar alleen voor organisaties.

15 januari 1904
De vader van Sjoukje overlijdt. De nog steeds ziekelijke Sjoukje maakt een moeilijke tijd door, omdat ze erg op haar vader gesteld was.

30 januari 1904
In Het Volk neemt Troelstra afstand van de ‘absolute’ Verelendungstheorie. Ook wanneer de relatieve verschillen tussen arm en rijk toenemen, kunnen sommige groepen arbeiders erop vooruitgaan. Verelendung is een relatief begrip.

3 april 1904
Op voorstel van de marxistische Nieuwe Tijd-redacteuren neemt het SDAP-congres een resolutie aan waarin het idee van de politieke staking wordt aanvaard.

25 april 1904
Sjoukje Troelstra begint te corresponderen met Paul Geheeb, de leider van het Duitse internaat waar Jelle verblijft. Aanvankelijk gaan de brieven over praktische opvoedingskwesties, maar geleidelijk worden de ontboezemingen intiemer. Sjoukje kan bij haar penvriend zorgen kwijt die ze niet meer aan haar man toevertrouwt. Vanwege haar ziekte beschouwt deze haar steeds minder als gesprekspartner in serieuze aangelegenheden.

juni 1904
Troelstra is kandidaat bij de verkiezing van de provinciale staten maar wint geen zetel.

16 juli 1904
De senaat verwerpt de hoger-onderwijswet van Kuyper, behalve premier ook oprichter van de Vrije Universiteit. Ook Troelstra is tegen het ontwerp dat de VU het recht geeft examens af te nemen met civiel effect. Als Kuyper besluit de Eerste Kamer te ontbinden, verwijt Troelstra hem dat hij de koningin voor zijn karretje spant. Maar Kuyper krijgt zijn zin: de nieuw gekozen provinciale staten zorgen voor een rechtse meerderheid in de senaat.

14 augustus 1904
Het congres van de Tweede Internationale wordt geopend in het Concertgebouw in Amsterdam. Na een heftig debat tussen August Bebel en Jean Jaurès kiest de Internationale voor de revolutionaire koers die de Duitsers hebben voorgesteld. Maar omdat de resolutie van 1900 niet wordt herroepen, blijft volgens Troelstra regeringsdeelneming in uitzonderlijke gevallen mogelijk. Tot woede van de marxistische vleugel van de SDAP onthoudt de Nederlandse delegatie zich van stemming.

18 september 1904
Op verschillende plaatsen wordt het tienjarig bestaan van de SDAP gevierd. Tijdens de viering in Leeuwarden brengt Lou Zandstra een eresaluut aan Sjoukje, de vrouw ‘die zoveel leed gedragen heeft voor de partij’.

27 september 1904
Uit het voorlopig verslag blijkt dat de meerderheid van de Tweede Kamer het SDAP-wetsvoorstel tot grondwetsherziening niet wil behandelen.

22 januari 1905
‘Bloedige zondag’ in Sint-Petersburg. Leger en politie openen het vuur op demonstranten, die om brood en een grondwet vragen. Er gaat een golf van protest door het land, maar tsaar Nicolaas II weet deels via concessies, deels via repressie het gezag te herstellen. West-Europese marxisten zien in de opstand een teken van hoop. Troelstra waarschuwt de regering: ook hier kan revolutie uitbreken als de regering niet toegeeft aan rechtmatige eisen.

26 januari 1905
Sjoukjes moeder overlijdt. Sjoukje raakt in een steeds diepere crisis. Ook voor Piet verandert er iets. Nu de band met zijn schoonouders is weggevallen, verslechtert zijn relatie met Sjoukje.

januari 1905
Troelstra correspondeert met toneelschrijver Herman Heijermans en toneelcriticus W.G. van Nouhuys over het toneelstuk Zijn Vrouw, waarin hij zijn eigen huwelijksproblemen verwerkt. De laatste versie van het stuk zal in 1906 of 1907 geschreven zijn. Het stuk is tijdens Troelstra’s leven niet opgevoerd of uitgegeven.

februari 1905
Anna Fischer-Dückelmann, een autoriteit op het gebied van natuurgeneeswijzen, raadt Sjoukje een kuur aan in haar sanatorium in Dresden. Ook Piet krijgt advies: hij moet rust nemen. Zo vertrekt Sjoukje naar Dresden en Piet naar Locarno. Hij is daar de gast van de miljonair Eugen Dietzgen.

begin maart 1905
Troelstra knapt snel op. Hij krijgt een brief van Tak, waarin deze oppert dat Troelstra hem zou kunnen opvolgen als hoofdredacteur van Het Volk. Tak vindt zichzelf te weinig agitatorisch. Troelstra voelt wel voor een terugkeer als hoofdredacteur mits de ‘Gooiers’ zich positief opstellen.

eind maart 1905
Via Gaienhofen aan de Bodensee, waar Dieuwke in een internaat verblijft, reist Troelstra naar Dresden om zijn vrouw te bezoeken. Sjoukje oppert de mogelijkheid van een tijdelijke scheiding van tafel en bed. Zij zou in Hilversum kunnen gaan wonen en Piet in Amsterdam, in het weekend zouden ze elkaar dan zien.

april 1905
Gorter, Roland Holst en Van der Goes zien liever dat Tak hoofdredacteur blijft, omdat hij als middenfiguur meer ruimte geeft aan de orthodox-marxisten.

22 april 1905
Het partijbestuur besluit Troelstra aan het partijcongres voor te dragen voor het hoofdredacteurschap van Het Volk.

23 april 1905
Het congres kiest een in meerderheid marxistisch partijbestuur. Tak besluit aan te blijven als hoofdredacteur, nu blijkt dat hij meer aanhang heeft dan hij dacht. Troelstra is woedend op het bestuur dat hem eerst voordroeg en nu laat vallen. Voorlopig wil hij niet meewerken aan Het Volk. Hij levert wel bijdragen aan De Beweging van Albert Verwey en aan de Java-Bode.

juni 1905
Troelstra is bij de Tweede-Kamerverkiezingen kandidaat in zeven districten en haalt bij elkaar 4500 stemmen. In Amsterdam III komt hij slechts 140 stemmen tekort om in één keer gekozen te worden. Twee weken later verslaat hij oud-minister Eland met een voorsprong van duizend stemmen. Landelijk verliezen de confessionelen tien zetels. Kuyper is verslagen.

juli 1905
In de zogenaamde Juli-brieven in Het Volk haalt Troelstra hard uit naar de orthodox-marxisten. Hij neemt het hun kwalijk dat ze zich niet neerlegden bij zijn beleid inzake de herstemmingen. Anders dan de marxisten liet hij de achterban vrij om ook op oud-liberalen te stemmen, als dat hielp om Kuyper ten val te brengen.

augustus 1905
Sjoukje Troelstra is in Dresden wat opgeknapt en bezoekt het internaat van haar zoon Jelle in Haubinda. Ze spreekt veel met Jelles leraar Paul Geheeb. Sjoukje en Paul storten hun hart voor elkaar uit. Terug in Nederland schrijft Sjoukje lange brieven aan Paul. De relatie met haar ‘Lieber Sohn’ Paul blijft platonisch.

21 augustus 1905
Troelstra stelt het partijbestuur voor een onderzoek in te stellen naar de tegenwerking die hij ondervindt van de orthodox-marxisten. Dezen vragen ook om een onderzoek, maar dan naar het gedrag van Troelstra. Het bestuur zal het onderzoek uitvoeren.

5 september 1905
Piet, die tijdelijk op kamers in Amsterdam woonde, en Sjoukje zijn herenigd in een groot huurhuis in Scheveningen. Sjoukje is optimistisch over haar relatie met Piet; die lijkt vrolijker. Er is een nieuwe huishoudster, Sjoukje Oosterbaan uit Drachten.

9 september 1905
Tak treedt af als voorzitter van het partijbestuur en wordt opgevolgd door de Amsterdamse wethouder Wibaut, in theorietisch opzicht marxist, maar in de praktijk meer reformist. Wibaut zal het onderzoek leiden naar het conflict tussen Troelstra en de orthodox-marxisten.

2 oktober 1905
Het liberale minderheidskabinet kabinet-De Meester stelt een grondwetscommissie in. Troelstra zit er niet in en zelfs koningin Wilhelmina bekritiseert de eenzijdige samenstelling. In het eindrapport komt het algemeen kiesrecht niet voor. Door het vertrek van het kabinet belanden de voorstellen in de ijskast.

1 januari 1906
Het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV) bundelt de sociaal-democratische bonden die zich verwant voelen met de SDAP.

30 januari 1906
Troelstra’s vader overlijdt. Piet volgt hem op als directeur van Neerlandia en verplaatst de zetel van de brandwaarborgmaatschappij naar Den Haag. Behalve een aardige erfenis krijgt hij als directeur een royaal inkomen, naast de inkomens die hij ontvangt als Kamerlid en journalist. Hij kan zijn schulden afbetalen, al zal hij ook in de toekomst nog vaak geld lenen.

17 maart 1906
Het partijbestuur publiceert het onderzoeksrapport over het geschil tussen Troelstra en de Nieuwe Tijd-groep. Het bestuur concludeert dat Troelstra tijdens de spoorwegstaking af en toe ‘onvaste’ leiding gaf. De kritiek van de orthodox-marxisten op zijn koers inzake de agrarische kwestie en de schoolkwestie was niet terecht, maar van stelselmatige tegenwerking was geen sprake.

31 maart 1906
Troelstra publiceert de 150 pagina’s dikke brochure ‘Inzake partijleiding’, waarin hij volhoudt dat de marxisten hem systematisch hebben gedwarsboomd. Hij stelt drie eisen: twee fractieleden moeten q.q. stemhebbend lid van het bestuur worden, Het Volk krijgt een ‘republikeinse’ redactie (zonder hoofdredacteur) waardoor de invloed van Troelstra zal toenemen, en de ‘intellectuelen’ moeten zich beperken tot theoretisch en propagandistisch werk.

15 april 1906
Het partijcongres roept alle partijgenoten op tot wederzijds respect, maar duidelijk is dat dit vermaan vooral gericht is tegen de Nieuwe Tijd-groep. Die spreekt van een ‘muilkorfresolutie’. Troelstra blijft erbij dat de uitwassen van het dogmatisch marxisme bestreden moeten worden.

12 juni 1906
Het partijbestuur wil De Nieuwe Tijd onder gezag van de partij wil stellen. De redactie weigert. Een slepend conflict is het gevolg.

17 juli 1906
Troelstra bezoekt in Londen de eerste vergadering van het Interparlementair Comité van de Internationale.

24 juli 1906
Niet alleen de orthodox-marxisten maar ook gematigden als Tak weigeren zitting te nemen in een commissie tot herziening van het partijprogram. Men vreest bijstelling in revisionistische richting. Volgens de ‘dienstweigeraars’ kan alleen het congres besluiten dat het program herzien moet worden. Het bestuur zet door en stelt de commissie in onder voorzitterschap van Troelstra, zonder dissidenten.

24 november 1906
Troelstra verzet zich tegen een stemhebbend lidmaatschap van prins Hendrik van Raad van State.

21 december 1906
In de Nacht van Staal overleeft de minister van oorlog, generaal H.P. Staal. Hij stelt voor om het blijvend deel van de infanterie terug te brengen. Na interventie van Troelstra (die vóór de bezuiniging maar tegen de hele begroting was) wordt het voorstel losgekoppeld van de begroting. Daarop wordt deze alsnog aangenomen. Maar twee maanden later verwerpt de Eerste Kamer de begroting. Troelstra bepleit nieuwe verkiezingen, maar het kabinet-De Meester keert terug – zonder Staal.

31 maart 1907
Op het partijcongres roept Roland Holst op tot verzoening. De programmacommissie wordt uitgebreid met vroegere dienstweigeraars, alleen Gorter houdt zich afzijdig. Voor jonge marxisten als Wijnkoop is deze verzoening een stimulans om het debat scherper dan voorheen voort te zetten, ze vormen een nieuwe oppositie.

5 mei 1907
Troelstra’s positie wordt versterkt doordat hij bij de verkiezing voor het partijbestuur de meeste stemmen krijgt: 3626 van de 4120.

21 juni 1907
Troelstra is voor de tweede maal kandidaat voor de provinciale staten van Zuid-Holland maar weer wint hij geen zetel.

zomer 1907
Terwijl Sjoukje Troelstra voor de tweede maal in Dresden verblijft, wordt Piet verliefd op Sjoukje Oosterbaan die sinds 1905 als huishoudster bij hen inwoont.

30 juli 1907
Op het internaat van Paul Geheeb in Wickersdorf ontmoeten Piet en Sjouke Troelstra elkaar om de crisis in hun huwelijk te bespreken. Ze beluiten tot echtscheiding. Sjoukje neemt de taak op zich om dit besluit per brief mee te delen aan het partijbestuur.

17 augustus 1907
De Internationale komt bijeen in Stuttgart. Tijdens een vergadering van het Interparlementair Comité dient Troelstra een voorstel in voor een soort socialistisch poldermodel. Naast het politieke parlement moeten er aparte organen komen om het sociaal-economische leven te besturen. Werknemers, werkgevers en consumenten moeten daarin samenwerken. De meeste delegaties voelen zich overvallen; de discussie wordt verdaagd naar een volgende conferentie.

23 augustus 1907
Van Kol stelt in Stuttgart voor een eind te maken aan de uitbuiting van koloniën, maar wel verder te werken aan de ontwikkeling van de koloniale bezittingen. Kautsky scherpt de resolutie aan: kolonialisme moet zonder meer worden veroordeeld. Landen met koloniën, ook Nederland, stemmen tegen. Onder invloed van Lenin wordt een resolutie tegen het militarisme aangescherpt: revolutie kan nodig zijn om een oorlog te verijdelen. 

24 augustus 1907
P.L. Tak overlijdt. Hij was overbelast door al zijn taken als lid van gemeenteraad, provinciale staten en Tweede Kamer.

5 september 1907
Sjoukje Troelstra verhuist met Dieuwke en Jelle naar Utrecht. Dieuwke volgt een zangopleiding en vertrekt na enige tijd voor verdere studie naar Genève.

15 september 1907
Troelstra spreekt op een kiesrechtdemonstratie in Rotterdam voor 13.000 deelnemers uit het hele land.

19 oktober 1907
Eerste nummer van De Tribune onder redactie van David Wijnkoop, Jan Ceton en Willem van Ravesteyn. Zij vormen voortaan de harde kern van de orthodox-maxistische oppositie, die zich keert tegen het ‘opportunisme’ van Troelstra en de zijnen in SDAP en NVV.

6 november 1907
De echtscheiding tussen Piet Troelstra en Sjoukje Bokman de Boer wordt officieel uitgesproken. Sjoukje zal zich Troelstra blijven noemen. Als schrijfster ontplooit ze nieuwe elan onder haar pseudoniem Nynke van Hichtum.

21 december 1907
De begroting van oorlog wordt verworpen waardoor het liberale minderheidskabinet-De Meester ten val komt. Het wordt vervangen door een confessioneel minderheidskabinet onder leiding van Theo Heemskerk. Tot woede van de SDAP wordt de kiezer daarover niet geraadpleegd. Ook Troelstra wordt door de koningin niet geconsulteerd over de wisseling van de wacht.

15 januari 1908
Troelstra hertrouwt met Sjoukje Oosterbaan. De spanningen van de laatste tijd hebben hem zo aangegrepen dat hij maanden rust moet houden.

april 1908
Terwijl Troelstra nog door ziekte uitgeschakeld is, bindt partijvoorzitter Willem Vliegen in zes artikelen in Het Volk de strijd aan tegen De Tribune. Hij vraagt de partij de rijen te sluiten. Wibaut neemt de Tribunisten in bescherming.

19 april 1908
Op het partijcongres wordt De Tribune zowel aangevallen als verdedigd. De strijd blijft onbeslist. Troelstra is dan nog aan het Meer van Lugano, hij keert eind mei terug. Pas in oktober verschijnt hij weer in de Kamer.

30 augustus 1908
Binnen het partijbestuur dringen vooral Vliegen en Schaper aan op harde actie tegen de Tribunisten.

21 oktober 1908
Troelstra houdt een interpellatie over de werkloosheid. In een debat met Treub spreekt hij – tot woede van de Tribunisten – badinerend over de marxistische crisistheorie. Troelstra’s motie wordt verworpen, maar er komt wel een staatscommissie die – vier jaar later – lijnen uitzet voor werkgelegenheidsbeleid en werklozenzorg. Troelstra en Treub zijn daar beiden lid van.  

21 december 1908
Bij de Kamerverkiezingen van 1909 wil Troelstra alleen kandidaat voor Amsterdam III zijn als er unanieme steun is. Krijgt hij die niet, dan wil hij mogelijk aftreden als partijleider. Gezien die dreiging besluit het partijbestuur tot een buitengewoon congres.

22 december 1908
Minister-president Heemskerk kondigt in de Kamer aan dat koningin Wilhelmina in verwachting is. Troelstra distantieert zich van het driewerf hoera van de andere fracties. In een serie artikelen onder de titel ‘Het kindje’ legt hij uit dat het koningskind de aandacht afleidt van de sociale strijd. Maar als het kind groot is, zal het een zelfbewuste arbeidersklasse aantreffen.

31 januari 1909
Op een conferentie van het partijbestuur met de redacties van Het Volk en De Nieuwe Tijd waar De Tribune niet welkom is, wordt besloten tot een harde lijn tegenover de Tribunisten.

13 februari 1909
Op het Deventer congres beloven Troelstra en Vliegen dat Het Volk een weekblad krijgt waarin ruimte is voor theoretische discussie. Maar De Tribune moet verdwijnen. Als ze weigeren hun blad op te heffen worden de Wijnkoop cum suis geroyeerd. Een maand later stichten de dissidenten de Sociaal-Democatische Partij.

5-12 maart 1909
De motie-Schaper uit 1906 die om een wettelijke beperking van de arbeidsduur tot tien uur per dag vroeg, wordt eindelijk behandeld en verworpen. Een minder vergaande motie-Aalberse wordt aangenomen.

30 april 1909
Prinses Juliana geboren. Een week later stuurt de Tweede Kamer een gelukwens. De SDAP woont het debat niet bij.

11 juni 1909
Bij de Tweede-Kamerverkiezingen doet Troelstra mee in vijf districten. In de eerste ronde komt hij in Amsterdam III slechts 80 stemmen tekort om in éen keer te worden gekozen. De SDP komt er met een landelijk totaal van 559 stemmen niet aan te pas.

23 juni 1909
De SDAP boekt één zetel winst en komt op zeven zetels; Troelstra wordt herkozen in Amsterdam III. De confessionelen zijn met zestig zetels royaal in de meerderheid.

27 juni 1909
Het Volk komt met een primeur: Abraham Kuyper zou twee zakenlieden lintjes hebben bezorgd in ruil voor giften aan de antirevolutionaire verkiezingskas. Later blijkt dat de feiten iets anders liggen maar duidelijk is wel dat Kuyper gesjoemeld heeft. Troelstra gebruikt de Lintjesaffaire om Kuyper af te branden.

zomer 1909
Troelstra houdt met Sjoukje Oosterbaan vakantie in Friesland. Hij laat haar de oude plekjes van zijn jeugd zien en schrijft weer Friese gedichten.

september 1909
Onder de titel Rispinge (Oogst) verschijnt een bloemlezing van Troelstra’s Friese gedichten.

7 november 1909
Tijdens een bijeenkomst van het Internationaal Socialistisch Bureau in Brussel pleit Troelstra tegen toelating van de SDP. Lenin betoogt dat de SDP marxistisch is en dus in de Internationale thuishoort, maar hij laat ook weten dat de SDP afziet van een plaats in het bureau. Besloten wordt dat de SDP toegang heeft tot het volgende congres in Kopenhagen.

18 november 1909
Troelstra beschuldigt ‘opperchristen’ Kuyper van farizeïsme en spreekt van een ‘centrum van corruptie’. Hij wil een parlementaire enquête, maar op voorstel van De Savornin Lohman wordt een ereraad ingesteld.