Op 20 oktober 1930 verklaarde het Centraal Comité van de CPSU officieel dat de werkloosheid in de Sovjet-Unie in zijn geheel was afgeschaft. Met het oog op de doelstelling van het Vijfjarenplan: snelle industrialisatie, werd werkloosheid als verschijnsel van de ene dag op de andere vervangen door de 'krappe arbeidsmarkt'. Geen stuiver mocht meer aan werklozen worden uitgegeven. In 1931 moesten 1.3 miljoen nieuwe arbeiders aan de slag gaan. De arbeidsreserve werd voortvarend uitgebreid. Weduwen van arbeiders, tieners, huisvrouwen in de steden en arme boeren werden opgeroepen om zich aan te melden bij de arbeidsbemiddelingsbureaus, ongeacht hun eventuele werkervaring. Al deze nieuwe werkzoekenden kwamen daarmee wel in aanmerking voor bemiddeling, maar niet voor een werkloosheidsuitkering. Degene die werk weigerde werd per ommegaande geschrapt uit de registers.
Ontleend aan Wendy Z. Goldman, Women at the Gates. Gender and Industry in Stalin's Russia (Cambridge 2002)