Twee schepen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) gingen op 23 september 1625 op weg van de VOC-handelspost Pulicat in Zuid India naar het koninkrijk Arakan (nu een regio in Burma) om daar slaven te halen. De schepen keerden terug met 130 slaven, het restant van de oorspronkelijke aankoop van 544. Op het moment van de koop waren de slaven in slechte conditie, legde de VOC chef in Pulicat uit in een brief met de volgende strekking: Als er niet in Arakan dit jaar een vreselijke hongersnood en epidemie waren geweest, hadden we veel meer slaven kunnen kopen. De koning van Arakan had namelijk eerder 10.000 slaven uit Bengalen binnengekregen. Aangezien hij niet in het onderhoud van de onverkochte exemplaren wilde voorzien, had hij zich teruggetrokken uit het verdere marketingproces. Daarmee leverde hij deze slaven over aan de dood. (brief Ysbrantsz aan de gouverneur-generaal in Batavia dd 5 december 1625)