Lokale volkeren van de Kaukasus, zoals de Tsjerkessen, kenden een lange traditie van slavernij en slavenhandel. Veel inwoners van de Kaukasus werden vanwege hun godsdienst als slaven naar het Ottomaanse rijk gedeporteerd, zoals christelijke Armeniërs en Georgiërs of Tsjerkessische minderheden met een van de norm afwijkende islamitische traditie. In de negentiende eeuw importeerden de Ottomanen ieder jaar tussen de 16.000 en 18.000 van zulke slaven. Bovendien leidde de brute verovering van Tsjerkessië door de Russen (gerealiseerd op 2 juni 1864) tot een instroom van vluchtelingen in het Ottomaanse Rijk. De omvang daarvan wordt geschat op een half tot één miljoen, waarvan eentiende al van origine slaaf was. Dit leidde tot een grote toename van slavenarbeid in de land- en tuinbouw in het Ottomaanse Rijk.
Meer lezen? Alessandro Stanziani, Bondage. Labor and Rights in Eurasia from the 16th to the early 20th centuries (New York 2014)