Pepijn Brandon (IISG en VU) ontvangt van NWO een Veni-beurs voor zijn project Naval shipyards: Laboratories of capitalism. Hierin onderzoekt hij de impact van oorlogsindustrie, staatsinterventie en gedwongen arbeid op industriële ontwikkeling.
Brandon zal in dit onderzoek een vergelijking maken tussen de marinewerven van Amsterdam, Plymouth (UK), Havana (Spaans Cuba) en Norfolk (Virginia). Elk van deze werven speelde in de achttiende en negentiende eeuw op zijn eigen manier een vooraanstaande rol bij de invoering van industriële productiemethoden. De grote staatsbedrijven liepen technologisch vaak voor op privéondernemingen. Ze maakten daarbij niet alleen gebruik van loonarbeiders, maar ook van dwangarbeiders en slaven. Dit werpt nieuw licht op de geschiedenis van industrieel kapitalisme.
Over Pepijn Brandon
Brandon werkt als onderzoeker aan het IISG en de VU. Hij studeerde sociale en economische geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij in 2013 cum laude promoveerde op het proefschrift Masters of War. State, Capital, and Military Enterprise in the Dutch Cycle of Acccumulation (1600-1795). Het proefschrift werd in 2014 bekroond met de D.J. Veegens Prijs, en verscheen vorig jaar bij uitgeverij Brill onder de titel War, Capital, and the Dutch State (1588-1795).
Veni-beurs
Met de Veni geeft NWO excellente, pas gepromoveerde onderzoekers de kans om gedurende drie jaar hun ideeën verder te ontwikkelen.