De slavernij en slavenhandel in Nederlandse gebieden in Azië was omvangrijker dan die in West-Indië. Ook reikt het Aziatisch slavernijverleden verder terug: direct na de vestiging van Nederlanders in Azië, in de eerste helft van de zeventiende eeuw, begon de V.O.C. op grote schaal slavenbezit te promoten en slavenhandel te drijven rond de Indische Oceaan en in de Indonesische archipel. En toch richt de recente aandacht voor het Nederlandse slavernijverleden zich vooral op de koloniën in West-Indië. Rond de afschaffing van de slavernij in de Aziatische gebieden (in 1860) bleef het vrijwel stil.
Matthias van Rossum, onderzoeker bij het IISG, die eerder zijn proefschrift al aan de V.O.C. wijdde, maakt een eind aan deze toestand van vergetelheid met zijn boek Kleurrijke Tragiek. De geschiedenis van slavernij in Azië onder de VOC. Het boek is (kleur)rijk geïllustreerd, richt zich tot een breed publiek en geeft een levendig beeld van de Nederlands-Aziatische slavernijgeschiedenis. Van Rossums onderzoek is voor een groot deel gebaseerd op gerechtelijke archieven, bronnen waaruit de verhalen van slaven, slaveneigenaren en andere hoofdrolspelers sprekend naar voren komen.
Matthias van Rossum, Kleurrijke Tragiek. De geschiedenis van de slavernij in Azië onder de VOC. Uitgeverij VerLoren, Zeven Provinciën Reeks XXXV. ISBN 9789087045173, verschijnt 13 mei 2015 en kost 14 euro.
Albert Cuyp: Opperkoopman van de VOC met vrouw en slaaf op de rede van Batavia, c 1650. Collectie Rijksmuseum Amsterdam SK-A-2350