Om de kolonie Suriname tot ontwikkeling te brengen werd in 1683 de Sociëteit van Suriname opgericht, een dochter van de (tweede) West-Indische Compagnie en de stad Amsterdam.* De Sociëteit verscheepte een bonte verzameling mensen en goederen naar het nieuwe gebied. De vergaderstukken van de heeren bewindhebberen laten zien wie en wat er 350 jaar geleden scheep naar Suriname gingen:
AMSTERDAMSE CRIMINELEN - zes gevangenen, op voorwaarde dat de Gemeente Amsterdam de overtocht zou betalen. (p. 235)
BOUWMATERIALEN – cedere planken, bijlen en ander gereedschap; modellen van watermolens en windmolens en onderdelen daarvan om ter plaatse in elkaar te zetten. (passim)
BOUWVAKKERS – met onderwijservaring: van genoegzame kennisse en bequaamheit om molens en sluijswerk te maken mitsgaders ervarentheijt om andere te komen instrueren .(passim)
CONTANTEN – in 1684 ging het om 36.990 gulden voor de Sociëteit zelf, daarnaast 10.000 en nog eens 20.000 om achterstallig loon aan de militie te betalen. (p. 106)
ETENSWAREN - Vivres en verversingen voor de tafel van de gouverneur. (passim)
JONGENS – 12 ‘stagiairs’ bij de Sociëteit voor de duur van vijf jaar, sonder eenige gagie of tractement, maar wel tegen kost en inwoning en met uitzicht op een vast contract. (p. 274)
MEISJES – Om het tekort aan huwbare vrouwen te bestrijden werden 12 meisjes uit het Amsterdamse Aalmoezeniersweeshuis verzonden **
PAAPSE PRIESTERS – Rooms-katholieken waren in Suriname verboden. Op het schip St Pieter (!) bleken echter twee Paapse Priesters, bedektelijk verkleed als soldaat, overgestoken te zijn omme het pausdom daar voort te planten. Om dit gevaar te keren stuurde de Sociëteit twee extra predikanten. (p. 180)
PAARDEN –in te laden in in Stavanger, Noorwegen. (p. 204)
PASSAGIERS – Men vond het noodzakelijk om het aantal blanken in Suriname te vermeerderen. De WIC ging daarom de verplichting aan minimaal 12 blanke mensen per transportschip te vervoeren tegen een kostprijs van 30 gulden.***
SCHEEPSVOLK – Het personeelsbeleid van de Sociëteit doet modern aan: Een klacht van een schipper, Andries Blom, over vier ongehoorsaeme matrozen werd via ‘mediation’ opgelost. Na de schipper werden ook de matrozen binnengenood en welwillend aangehoord. Zij moesten aanstonts terug aan boord gaan om hun contract uit te dienen, maar de schipper kreeg te verstaan dat hij zijn mannen voortaan in redelijkheid moest behandelen. (p. 165)
SCHOOLMEESTERS – Gideon Florinois (?) bood zich aan als schoolmeester en ziekentrooster in de Fransche taal maar vroeg wel een voorschot van 300 gulden. Hij kreeg de helft. (p.229)
SLAAPLAKENS en medicamenten voor de zieken. (passim)
SLAVEN – de heren van de Societeit bespraken een voordelige aanbieding: het schip De Goude Tijger is zeer bequaam en ruijm genoeg ,zodat het best 700 Negros slaven kan bevatten, al is het officieel voor 500 toegerust. Een goed idee, vonden de heren: mits het schip daardoor in Angola in zijne handelinge en voijagie niet lange werde opgehouden ofte geretardeert. (p.190 , 3 juli 1684). Eenmaal in Suriname werden de slaven per paar verkocht: by twee stuk t’effens op te veylen…. ****
SOLDATEN - agt a thien soldaten van de france vlugtelingen (Hugenoten). (p. 165)
WAPENS - De eerste gouverneur van Suriname zou hier later (1688) op Fort Zeelandia mee vermoord worden door muitende soldaten. (passim)
*De derde partner was de rijke familie Van Aerssen van Sommelsdijck. De heeren bewindhebberen vergaderden in het West-Indisch huis in Amsterdam. De handgeschreven notulen van de Sociëteit van Suriname over 1683-1696 zitten sinds 1927 in de archieven van IISG/NEHA. De citaten in dit stuk komen uit het ingebonden, gepagineerde en van een register voorziene notulen'boek' 1683-1684. Zie ook The Dutch in the Caribbean World database.
** http://tacotichelaar.nl/wordpress/index.php/societeit-van-suriname/
*** Accoord met de Staaten van Zeeland aangegaan, wegens de Koop en Overneminge van de Colonie van Suriname... en andere stukken de Societeyt van Suriname concernerende (Amsterdam 1683) p. 12. Call no KNAW AB E 4960
**** idem p. 11
(Tekst: Margreet Schrevel)
De eerste goeverneur van Suriname, Cornelis van Aerssen van Sommelsdijck, geportretteerd door Adriaan Hanneman (Rijksmuseum Amsterdam)