Onderzoekt en verzamelt de geschiedenis van werk, werkenden en arbeidsverhoudingen wereldwijd

In Memoriam de Februaristaking

Op 25 februari 2017 herdenkt Amsterdam bij het standbeeld van de Dokwerker de Februaristaking.
Het is dan precies 76 jaar geleden dat deze algemene staking tegen de Duitse bezetter uitbrak.
En precies 71 jaar geleden, in 1946, vond de eerste herdenking plaats.
De herdenkingen tijdens de Koude Oorlog (1948-1991) met hun jaarlijks terugkerende commotie vormen op zich fascinerende nieuwe vaderlandse geschiedenis.
Op het IISG zijn de archieven te vinden van alle partijen en personen die daarbij een rol speelden.*
Klik op de plaatjes voor meer informatie en vergroting.

Bij de eerste herdenking in 1946 sprak de Amsterdamse burgemeester in het bijzijn van 50.000 aanwezigen: Nooit is er in de geschiedenis een staking geweest om te protesteren tegen een pogrom, en zeker niet in een bezet land. Dat is hier in Amsterdam gebeurd.’
Deze woorden zijn nog steeds van kracht.
Ook staat vast dat het stakingsparool  uitging van de landelijke en de districtsleiding van de Communistische Partij van Nederland (CPN) en daarvan los opererende communisten. 
Juist hier zit het probleem dat tientallen naoorlogse jaren de herdenkingen in zijn greep hield.

In de ogen van niet-communisten was de herdenking niet veel meer dan een propagandastunt van de CPN.
Van de weeromstuit hadden zij de neiging de rol van de CPN bij de staking te bagatelliseren.  
De partij sloeg terug door erop te wijzen dat deze groeperingen zelf in het verzet geen poot hadden uitgestoken.
Het organiserende Comité Herdenking Februaristaking, dat tot in de eenentwintigste eeuw  voornamelijk door communisten en sympathisanten werd geleid,  verbond  allerlei actuele politieke eisen aan de herdenkingen.
Dit voedde de afkeer  van de anti’s.

In al dit politieke tumult werd jarenlang niet gerept over de oorspronkelijke aanleiding tot de Februaristaking : een einde maken aan de Jodenvervolging.
Dat de staking uiteindelijk voor de Joodse bevolking niet mocht baten, was geen dankbaar onderwerp bij een herdenking.
Die moest gaan over de verzetsdaad van heldhaftige arbeiders, waarvan het monument de Dokwerker de treffende verbeelding was.
In Joodse kring leefde de herdenking veel minder, en een enkeling vroeg zich zelfs af wat de Dokwerker in de oude Jodenbuurt te zoeken had.

Vanaf 1950, toen de Koude Oorlog hoogtij vierde, vonden op één en dezelfde dag twee herdenkingen plaats. De ene  ’s ochtends van gemeentewege, de andere aan het eind van de middag van de communisten, die na verloop van tijd ook nog onderling ruzie kregen.  In 1960 waren er zelfs vier herdenkingen. Pas in 1966 was er weer een ongedeelde plechtigheid,  dankzij  de dooi die was ingezet door lokale politici Ed van Thijn (PvdA) en Harry Verheij  (CPN).

De neiging om de herdenking met de actualiteit te verbinden bestaat nog steeds, maar sinds enige tijd is de aandacht verschoven van actuele politieke kwesties naar gewetensvraagstukken.
Sinds eind jaren '80 is de genoemde commotie naar de achtergrond verdwenen. In 1991 was er voor het eerst een gezamenlijke oproep van het gemeentebestuur en de Stichting Comité Herdenking Februaristaking. Het Comité richt zich vooral ook op scholieren en jongeren. Zie voor de recentere geschiedenis en voor de activiteiten rond de viering van 2017 de website van het Comité Herdenking Februaristaking.

 


* Comité Herdenking Februaristaking - Communistische Partij van Nederland (CPN) - CPN Distrikt Amsterdam - Paul de Groot - Piet Nak - Ed van Thijn - Harry Verheij - De Waarheid

Literatuur: Annet Mooij, De strijd om de Februaristaking (Amsterdam 2006); Herinnering en historische visies. De betekenis van 55 jaar Februaristaking in Amsterdam (Amsterdam z.j.)
Tekst en samenstelling: Margreet Schrevel
 

Geplaatst: 
9 februari 2016