In april 1914 werd het Nederlandsch Economisch-Historisch Archief (NEHA) opgericht. 100 jaar na de oprichting, is het NEHA een – bij het IISG inwonend - instituut met een collectie die behoort tot de internationale top op economisch-historisch gebied. Hieronder vindt u een highlight uit de NEHA collecties.
Copia das carregaçao de mercadorias vindas de Lisboa. In perkament gebonden journaal van een Portugees koopman in koloniale waren te Antwerpen, 1546-1555. Zakenpartners waren zijn neven Joam en Jorge Rodriguez in Lissabon. De volgende afbeelding is de eerste pagina uit dat journaal met een kopie-vrachtlijst van goederen uit Lissabon, 1550. Achterin staan aantekeningen over huishoudelijke uitgaven [NEHA Bijzondere Collecties 134 (ARCH03634)].
Het stuk maakt deel uit van de omvangrijke collectie afkomstig van de Antwerpse verzamelaar Joseph Velle. Na zijn dood in 1925 werd de collectie geveild en grotendeels door het NEHA verworven.
Johannis Nider, [Tractatus de contractibus mercatorum] : [begin fol. I recto] : incipit tractatus de contractibus mercatorum reverendi patris fratris Johannis Nider sacre theologie professoris Ordinis Praedicatorum [(Coloniae : Ulric Zell 1468)]. De oudste publicatie in de NEHA collective en naar alle waarschijnlijkheid het eerste gedrukte stuk in de Westerse wereld handelend over bedrijfsethiek.
Zie ook: On the Contracts of Merchants by Johannes Nider / translated by Charles H. Reeves; edited by Ronald B. Shuman (University of Oklahoma Press : Norman 1966) [NEHA EHB V1470 : 1].
De oudst bekende prijscourant in Amsterdam, 23 mei 1586. De lijst met goederen was voorgedrukt en de prijzen warden met de hand ingevuld. Deze prijscourant is slechts een voorbeeld van de omvangrijke collectie prijscouranten door Posthumus in de jaren 20 van de vorige eeuw gestart.
Zie ook John J. McCusker and Cora Gravesteijn, The Beginnings of Commercial and Financial Journalism. The Commodity Price Currents, Exchange Rate Current, and Money Currents of Early Modern Europe (Amsterdam 1991) [NEHA Bijzondere Collecties 472 - ARCH03972].
Een selectie van zeventiende en achttiende eeuwse koopmanshandboekjes uit Nederland, Duitsland en Engeland. Ze geven een goede indruk van de collectie koopmanshandboeken voor dagelijks gebruik. De inhoud bestaat vaak uit een almanak, rentetabellen, informatie over markten, vertrektijden van postkoets en schip, postroutes etc.
De boekjes zijn veelal gebonden in sterk perkament en hebben de vorm van een envelop. Meestal kunnen ze gesloten worden met een koperen slotje of leren veters. Zie On the Waterfront no. 5 (2002) 3.
Afbeelding van 3 tulpen. De notities langs de stengel (in het Duits) geven de prijs aan van de tulpenbol tijdens de Tulpenmanie in Holland aan het einde van 1636. De prijs van de Gouda stond op 2100 guldens, de Beste Anvaers op 1400 en de Viceroy op ca. 3200 gulden. Deze tekening is een deel van een kleine collectie die bestaat uit 3 losse bladen en een boek met tekeningen van tulpen en andere bloemen.
Het boek bevat 122 tekeningen van Jacob Isaacsz van Swanenburch (1571-1638) van Leyden en 16 tekeningen van Adriaen Jansz. Van Witvelt (ca. 1581-1638) [NEHA Special Collections 254 - ARCH03754].
"Groote Tafereel der Dwaasheid" is gepubliceerd in Amsterdam kort na de financiel crash in 1720. De crash veroorzaakte grote onrust op de aandelenmarkten in Engeland, Frankrijk en de Republiek.
Het NEHA bezit een bijzonder groot en omvangrijk exemplaar van het Tafereel, dat niet alleen de gewone spotprenten, teksten en gedichten bevat maar ook handschriften, persberichten en prenten die niet in de gewone uitgave zijn opgenomen [NEHA Special Collections 255 - ARCH03755].
Afbeelding van een Hollands schip op een Japanse prent. Op de gele vlag in het midden staat het embleem van de VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie), maar ondersteboven. In de tekst staan de afmetingen van het schip en afstanden tussen Japan en andere delen van de wereld.
Hollands schip (Oranda sen zu), 1802. 30.5 x 22.5 cm.
Uitgever: Bunkindô, Nagasaki
(Inv.nr.: NEHA SC 477 nr. 2. Dia: BG K9/421)
In 1934 verhuisde het Gesellschafts- und Wirtschaftsmuseum (GeWiMu), opgericht door Otto Neurath, naar Nederland. Posthumus stelde ruimte in de EHB beschikbaar voor een min of meer permanente tentoonstelling. In nauwe samenwerking met kunstenaar Gerd Arntz, zette Neurath zijn werk aan de ontwikkeling van de beeldstatistiek voort. In ruil voor de ruimte in Amsterdam ontwikkelden zij een reeks statistische presentaties gebaseerd op het onderzoek van Posthumus. Zie Jan Lucassen, ‘Gerd Arntz (1900-1988)’, in On the Waterfront. Newsletter of the friends of the IISH No. 13 (2006) 7-8 [NEHA BG S4/7-A].