
Ten geleide
9-10
E.J. Fischer, Karin M.Hofmeester, Keetie E. Sluyterman, J.C. Visseren en H.H. Vleesenbeek
Bedrijfsgeschiedenis: een overzicht over de laatste jaren
11-46
Keetie E. Sluyterman
Ondernemer en onderneming
48-51
H.W. de Jong
Ondernemerschap in Nederland 1840-1940; succes en falen van ondernemers in Nederland vanuit markttheoretisch perspectief
53-71
R.J. van der Bie
Tabaksexploitanten te Nijkerk: Hendrik en Gerrit van der Flier 1833-1887
72-85
E. Homburg en J. Schot
Innoverend ondernemerschap in het midden van de negentiende eeuw: een onderzoek naar de oprichters van de Nederlandse garancineindustrie
86-101
Boudien de Vries
Amsterdamse ondernemers en hun sociale positie, 1854-1884
102-118
J.F.E. Bläsing
Een Brabants ondernemer van prototypisch-Schumpeteriaans kaliber: W.H. Hendrix 1929-1963
119-133
H. de Vries
J.J. Krantz en Zoon N.V. Wollenstoffenfabriek; het einde van Leidse familie-vennootschap
134-149
E.J. Fischer
Inleiding: Kapitaal en onderneming
151-153
W. van den Broeke
Vermogensstructuren en netwerkrelaties in het Nederlandse bedrijfsleven, 1890-1940
154-171
D.C.J. van der Werf
De organisatie van en het toezicht op het bankwezen en de effectenhandel in de provincie, 1815-1975
172-187
J.P.B. Jonker
Welbegrepen eigenbelang; ontstaan en werkwijze van boerenleenbanken in Noord-Brabant, 1900-1920
188-207
J.C. Visser
Inleiding: Arbeid en onderneming
209-212
D. van Lente
De plaats van de ambachten in een industrialiserende samenleving; Nederland 1870-1920
213-227
Petra Kalkman en Luchien Karsten
De houding van Nederlandse werkgevers tegenover arbeidstijdverkorting, 1870-1920
228-242
P. Dehing
De arbeidsvoorziening bij de Nederlandse spoorwegen, 1875-1914
243-260
E.S.A. Bloemen
‘De plaats van den werkman is bij zijn eigen bank’; loonstelsels en fabrieksorganisatie in Nederland, 1900-1914
261-276
L. Heerma van Voss
De reactie van drie bedrijfstakken op de arbeidstijdverkorting in de jaren twintig
277-290
E.J. Fischer
Inleiding: Techniek en onderneming
291-293
B.P.A. Gales
De weg naar het hemelrijck is geplaveid met goede voornemens; schachten en steenkoolwinning in Limburg tussen 1750 en 1850
294-326
M. Bakker, G. van Hooff, H.W. Lintsen en G. Verbong
Industrialiseren en innoveren in Nederland in de negentiende eeuw
327-336
H.W. Lintsen
Stoom als symbool van de industriële revolutie
337-353
G. van Hooff
De rol van de Nederlandse machinenijverheid bij de introduktie van twee buitenlandse innovaties in Nederland: de boekdruksnelpers en de steenvormmachine
354-368
G. Verbong
De mechanisering van het katoendrukken in Nederland
369-389
H. Knippenberg, C.M.Stoppelenburg en H. van der Wusten
Modernisering van de Nederlandse nijverheid in regionaal perspectief 1900-1930
390-409
H.H. Vleesenbeek
Inleiding: Overheid en onderneming
411-413
P.G. van Druenen
Gilden, trafieken en de rol van de overheid
414-426
H.A. Diederiks en Ch. Jeurgens
Milieu, bedrijf en overheid; Leiden in de negentiende eeuw
427-445
A.J.W. Camijn
Ruimte voor textiel; de werkzaamheid van de Rotterdamse Textielstichting
446-456
F.M.M. de Goey
Het hoogste nuttig effect; de reconstructiecommissie van Rotterdam 1945-1950
457-468
Jan van den Noort
Bedrijfsgeschiedenis en bedrijfswaarde
469-481
Curricula vitae
483-489